Dorpswoning, in kern opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) wordt een parallel met de straat gelegen volume weergegeven, dat in 1834 wordt vergroot of op een groter grondplan herbouwd. In 1839 wordt de woning in twee wooneenheden gesplitst, huidig nummer 11 en 13. Woning nummer 11 wordt in 1926 met een achteraanbouw vergroot. Het huis wordt vermoedelijk in de jaren 1930 of 1940 opnieuw verbouwd en van een nieuwe gevel voorzien.
Eenlaags dubbelhuis onder zadeldak in mechanische pannen. Lijstgevel voorzien van parement in expressief roodbakstenen metselwerk. Rechthoekige muuropeningen met bewaard houtwerk (schuiframen). Licht verdiepte deur tussen getrapte dagkanten, gevat in een licht uitspringend risaliet. Arduinen dorpels en plint. Vernieuwde gootlijst.
Bron: DEVOOGHT K. & SANTY P. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Pittem met deelgemeente Egem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL49, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Santy, Pieter; Devooght, Kristien Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)