Molenaarshoeve, opklimmend tot de 19de eeuw, met vernieuwd gebouwenbestand uit het midden van de 20ste eeuw.
Hoeve voor het eerst afgebeeld op het primitief kadasterplan van circa 1830. In 1860 wordt door landbouwer/ molenaar Petrus Goethals een aan het woonhuis palende schuur gebouwd; de schuur wordt in 1905 omgevormd tot maalderij. In 1874 registreert het kadaster de heropbouw van een landgebouw. In 1943 wordt de hoeve, waarvan de landgebouwen volgens kadaster in "puin" liggen, volledig herbouwd. Het woonhuis wordt in 1951 uitgebreid met een aanpalende schuur. Langs de straat gelegen hoeve, toegankelijk via een fraai ijzeren hek. Woonhuis in donkerrode bakstenen, van twee bouwlagen onder schilddak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, twee dakkapellen. Bewaarde uitkragende, geprofileerde kroonlijst. Rechthoekige, samengestelde vensters met bewaard schrijnwerk gevat in een witbeschilderde omlijsting; betegelde onderdorpels. Uitbouw aan straatzijde met driezijdige erker op het gelijkvloers, geflankeerd door portiek met rondboogarcade onder platte bedaking. Aanpalende bakstenen schuur onder zadeldak in mechanische pannen, waarin schuifpoort en rechthoekige muuropeningen. Zolderluik onder haakse bedaking aan noordzijde. Dito gebouw langs de straat, met verwerking van beton voor de verdeling van de rechthoekige vensters, de lateien boven de deuren en de overkraging van het zadeldak. IJzeren schuifpoort. Klein laag volume onder schilddak op het erf.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Pittem, 1860/1, 1874/4, 1911/2, 1943/3, 1951/5.