Eclectisch burgerhuis uit 1903, als bedrijfswoning van drukkerij Veys, met naastgelegen conciërgewoning uit 1900.
Historiek
Op deze plek wordt op het primitief kadasterplan (circa 1830) een groot volume weergegeven, eigendom van de weduwe van notaris Jan Vermeulen. In 1847 wordt de woning door eigenaar Karolus David in drie kleine wooneenheden gesplitst. In 1853 registreert het kadaster de bouw van een cichorei-ast ten westen van de woning. Rond 1887 wordt de woning eigendom van Edouard Veys, vanaf 1891 van de weduwe Veys-David, die toen al een drukkerij uitbaat. In 1900 wordt de woning gekocht door koster Jules Veys-Muyle, die een deel van de woning laat afbreken om ten oosten een bedrijfsgebouw met woning voor de drukkerij op te richten. In 1903 wordt de cichorei-ast en de rest van de woning afgebroken, om plaats te maken voor de bouw van de huidige eclectische woning met westelijk bijgebouw. Rond 1935 worden de twee woningen van elkaar gesplitst. In 1980 krijgt de drukkerij een noordelijke uitbreiding, het westelijke landgebouw wordt afgebroken. In 1988 en 1994 registreert het kadaster de oostelijke vergrotingen van de drukkerij, tot het huidige complex.
Beschrijving
Woning in rode baksteenbouw van twee bouwlagen en vier traveeën onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen (nok parallel met straat), houten kroonlijst op klossen. Achteruitgelegen en gescheiden van de straat door voortuintje afgesloten met ijzeren hekwerk op laag bakstenen muurtje en haag. Bakstenen toegangspad leidt tot de centrale deurtravee, op begane grond in witte natuursteen, oplopend in deurvenster met arduinen balkon met sierlijke ijzeren balustrade tussen arduinen pijlers en deksteen, verdergezet in centraal breed dakvenster met trapgevel met overhoekse fiaaltjes. Houten voordeur (vernieuwd) met drieledige beglazing met geometrisch ijzeren hekwerk, arduinen tussenlatei en bovenlicht in kleine roedeverdeling. Korfbogige vensteropeningen waarin boogvelden met glas-in-loodpanelen: florale motieven en vrouwengezicht, art-nouveau-inslag. In de boogvelden van de dakvensters: "ANNO" en "1903". Op de verdieping Brugse traveeën, boven de kroonlijst uitlopend in dakvensters met trapgevel. Ramen onder arduinen lateien, op de begane grond onder meer met dito tussendorpels, in het centraal dakvenster met dito middenstijl. Houtwerk vernieuwd naar oorspronkelijk model: geprofileerde T-ramen met bovenlicht in kleine roedeverdeling met gele beglazing. Gebruik van arduin voor lateien, onder- en tussendorpels, consoles, gebouchardeerde plint en treden; witte natuursteen voor speklagen, deuromlijsting en sluitstenen. IJzeren sierankers. Topfiaaltjes van de trapgevels bekroond met ijzeren ornamenten. Paarsbakstenen zijgevels met trapgevel van zeven trappen.
Interieur. Inkomhal in keramische tegels met floraal motief. Houten trap met gesculpteerde trappaal en balusterspijlen. Plafond met voluutvormige consoles. Bewaarde paneeldeuren, onder meer dubbele deur met glas in lood. Salons met weggebroken tussenmuren, vernieuwde plankenvloeren. Behouden plafonds met lijstwerk en rozetten.
Naastgelegen vooruitspringende conciërgewoning van de drukkerij, gelegen aan straatzijde, twee bouwlagen in rode baksteenbouw onder zadeldak in zwarte geglazuurde mechanische pannen (nok haaks op straat). Vlakke trapgevel van twee traveeën, rechthoekige muuropeningen onder arduinen lateien, T-ramen vernieuwd naar ouder model. Horizontale gevelbanden door divers voegwerk. Naast- en achtergelegen drukkerijgebouwen.
- Gemeentearchief Pittem, Bouwaanvragen.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Pittem, 1847/1, 1862/40, 1901/4, 1903/3, 1905/6, 1980/23, 1988/4, 1994/2.