Voormalig godsgasthuis, nu rusthuis voor bejaarden, opgericht in 1875 door het toenmalige Bureel van Weldadigheid; in 1884 uitgebreid met boerderij, in 1888 met kapel. Aan oostzijde, nieuwe vleugels en service-flats, respectievelijk van 1958-1960 en 1974-1977.
U-vormig, vrijstaand complex in regionalistische stijl met hoofdvleugel van vijf traveeën en twee bouwlagen, zijvleugels van respectievelijk één en twee traveeën en één bouwlaag, onder zadeldak met houten dakkapellen (Vlaamse pannen).
Bakstenen lijst- en puntgevels met sierankers, laatstgenoemde met schouderstukken en aandak. Hoofdgevel geritmeerd door Brugse travee en tuitvormig verhoogde inkomtravee. Rechthoekige, kruis- en kloostervensters in spitsboognissen. Gedrukte spitsboogdeur onder afdak.
Haaks ingeplante kapel van drie traveeën met vlakke koorsluiting onder zadeldak (kunstleien). Bakstenen gevels met steunberen en spitsboogvensters.
Interieur: bepleisterd spitstongewelf met gordelboogjes; koorvensters met glas in lood.
- Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Sint-Amands, schetsen, 1879/17, 1886/23, 1893/8.
- HERTSENS Y., Geschiedenis van Sint-Amands, Sint-Amands, 1987, p. 143-144.