Hoeve, bestaande uit losstaande hoevegebouwen uit de 19de en 20ste eeuw, op oudere site.
Op het landboek van Pittem uit 1761 wordt de hoeve weergegeven in U-vormige constellatie rondom het erf. De Ferrariskaart (1770-1778) beeldt de hoeve af in dezelfde opstelling, met vier volumes rondom een beboomd erf. Dezelfde situatie is waarneembaar op het primitief kadasterplan (circa 1830): woonhuis en haaks bijgebouw op de huidige plaats, met ten zuiden van het erf twee bijgebouwen in elkaars verlengde en ten oosten een bakhuis. De hoeve is dan eigendom van landbouwer Pieter Vanbrabant en wordt ook door hem uitgebaat. Op de Atlas der Buurtwegen (1846) wordt de hoeve aangeduid als "Ferme Vanbraband". In 1862 registreert het kadaster de sloop van de twee zuidelijke gebouwen en de bouw van een schuur op de huidige plaats, op dit moment eigendom van grootgrondbezitter Camille Van Caillie uit Brugge. Mutatieschets vermeldt het toponiem "Boogtinghoek", later "Blootinghoek". Ca 1884 wordt het oostelijke bakhuis afgebroken. Vermoedelijk in het interbellum wordt de schuur vernieuwd (zie oranjerode baksteen). De huidige erfoprit vormt in het midden van de 19de eeuw een deel van de "Brabandstraet", in de Atlas der Buurtwegen (1846) omschreven als "Chemin de la chaussée de Pitthem à Thielt à la ferme de Van Braband".
Hoeve met losstaande hoevegebouwen in U-vormige opstelling rondom het erf in losse verharding, centraal grasperk met wilg.
Ten noorden van het erf het boerenhuis in witgeschilderde baksteenbouw onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen. Erfgevel in witbeschilderde siercementering met voegwerkimitatie. Getoogde muuropeningen met verschillende types ouder schrijnwerk, onder meer T-ramen en ramen met grote roedeverdeling, met luiken. Twee westelijke opkamertraveeën waarboven laadvenster. Noordelijke aanbouw van achterkeuken met voormalig ovenkot, onder lager zadeldak met parallelle nok.
Ten zuiden een schuur in oranjerode baksteenbouw onder zadeldak in Vlaamse pannen. Centrale schuurpoort en lagere poort, westdeel met wagenhuis met twee segmentbogige inritten. Oudere westelijke zijgevel in donkerrode baksteen.
Ten westen een stalvolume in donkerrode baksteenbouw onder pannen zadeldak, tandfries, nieuwere stalvensters. Ten oosten een huisweide met meidoornhaag.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Pittem, 1862/136.
- Rijksarchief Brugge, Gemeente Pittem. Oud Archief, nr. 28/6: "Nieuwe ommelooper ende terrier der prochie van Pitthem", door D. Seghers, 1761.