Hoeve, met gebouwenbestand minstens opklimmend tot het begin van de 19de eeuw, op oudere site die reeds voorkomt in de 17de eeuw.

In het renteboek van de heerlijkheid Claerhout (1614) worden op deze plaats drie woningen weergegeven (onder meer nr. 10). In het landboek van Pittem (1761) wordt de hoeve weergegeven met twee parallelle volumes, samen met de naastliggende hoeve (nummer 10) deel uitmakend van een cluster van vijf oost-west georiënteerde volumes. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) en de Atlas der Buurtwegen (1846) wordt op de plaats van nummers 8-10 een cluster bebouwing weergegeven, bestaand uit drie kleine hoeves. Het centrale hoevetje is thans verdwenen. Bij nummer 8 worden het parallelle woonhuis en schuur aan weerszijden van het erf op de huidige plaats weergegeven, met aanduiding van het oostelijke bakhuis. Voorbij de bebouwing liep een landwegel in noordoostelijke richting, vermeld in de Atlas der Buurtwegen (1846) als "Feverskruyssevoetweg", omschreven als "Sentier de celui dit: Bekkemvoetweg au chemin dit: Kleynveldstraet" (voor Bekkemvoetweg, zie Zomerweg).

Erf in losse verharding, toegankelijk via een onverharde erfoprit die gedeeld wordt met de naastliggende hoevesite nummer 10. IJzeren hek tussen gietijzeren hekpijlers. Ten noorden het boerenhuis in witgekalkte baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen (nok parallel met straat), met overkraging op kardoezen. Grijsbeschilderde plint. Erfgevel van zes traveeën met rechte muuropeningen onder betonlateien, houten schrijnwerk met grote roedeverdeling en luiken, grijsbeschilderde natuurstenen onderdorpels. Fraaie pilastervormige deuromlijsting in kleine zwarte baksteentjes (overschilderd). Westelijke zijgevel met vlechtingen en restant van aandak.

Ten zuiden de schuur, in rode baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen. Zuidgevel met gedichte muuropeningen. Stalaanbouw aan erfzijde. Ten oosten een licht verbouwd bakhuis onder zadeldak in Vlaamse pannen, rechte muuropeningen onder witbeschilderde betonlateien, twee uitvliegopeningen in de nok. Aangebouwde loods in assesteen en golfplaten.