Kleine hoeve, bestaande uit woning met 19de-eeuwse bijgebouwen.
Op deze plaats is nog geen bebouwing waarneembaar op het landboek van Pittem uit 1761. Weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1830) en de Atlas der Buurtwegen (1846) als tweewoonst, met haaks bijgebouw op plaats van het huidige. Het bijgebouw werd in 1839 herbouwd als zwingelkot, in 1879 aan noordzijde verlengd (vermoedelijk herbouwd) tot landgebouw, mogelijk in gebruik als vlasschuur. Een nieuw zwingelkotje wordt gebouwd ten zuiden van de huisjes, op dat moment eigendom van herbergier Henri Vandaele. In 1903 worden de huizen samengevoegd, in 1913 aan noordzijde uitgebreid met aanbouw onder lessenaarsdak. In 1915 wordt ten oosten van het erf een nieuw gebouw opgericht, bij kadaster geregistreerd als "vlasfabriek". Op dat moment eigendom van weduwe en kinderen Constant De Smet. In de loop van de 20ste eeuw wordt daar een loods aan toegevoegd. De woning werd ingrijpend verbouwd tijdens de jaren 1970.
Kleine hoeve bestaande uit losstaande bestanddelen in witbeschilderde baksteenbouw, in U-vorm rondom een onverhard erf, bereikbaar via een doodlopende zijstraat die tot een cluster van kleine woningen leidt. Ten noorden de woning onder zadeldak in strobedekking en mechanische pannen. Gewijzigde rechthoekige muuropeningen. Ten oosten een landgebouw onder zadeldak in mechanische pannen (nok haaks op woonhuis), met sleepdak aan erfzijde, onderbroken door een aangebouwde loods in betonpanelen onder golfplaten. Ten westen een hoog schuurvolume onder zadeldak in mechanische pannen (nok haaks op woonhuis). Blinde westgevel, erfgevel met twee poorten onder ijzeren lateien, getoogde deuropeningen. Noordelijke zijgeveltop met rondbogige kapelnis met zwarte baksteenomlijsting, met beeld Heilig Hart. Aan zuidzijde aangebouwd bakhuisje.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Pittem, 1839/54, 1880/64, 1904/100, 1913/41, 1915/9.