Samenstel van twee woningen, in 1936 door bediende Sylvain en landbouwer Adolf Vantyghem opgetrokken op plaats die reeds in het eerste kwart van de 18de eeuw bewoond werd, zie afbeelding in landboek van Egem van 1725.

Ensemble van twee woonhuizen van twee bouwlagen onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen. Overkragende vernieuwde gootlijst. Parement in langwerpige rode bakstenen boven gecementeerde plint, opengewerkt door rechthoekige muuropeningen onder betonlatei met similibekleding. Verdiepte deuren toegankelijk via drie natuurstenen treden in de eerste bouwlaag, uitspringende erkers onder verspringende kroonlijst in de tweede. Gebogen gevelvlakken geaccentueerd door verticaal metselwerk, voor dagkanten aan de deur, de erkers (bij nr. 15 met aanpalend gebogen balkon voorzien van buisleuning) en de zuidoostelijke gevelhoek. Bewaard houtwerk bij nr. 15. Vernieuwde westelijke travee bij nr. 17.