Woning en voormalige herberg, in 1909 opgetrokken voor landbouwer August Vandewaetere. Van 1909 tot 1919 was hier herberg "Het Paradijs" gevestigd. Ten noorden, aan de andere zijde van de Molenstraat bevond zich de cichorei-ast van de gebroeders Maes, ten noordoosten de "Plaatsmolen".
Eénlagig hoekpand van vier (Paardestraat), één (afgeschuinde hoek) en twee (Molenstraat) traveeën onder half schilddak in zwartgeglazuurde mechanische pannen. Verankerde donkerrode baksteenbouw, afgezoomd door samengestelde tandfries en houten geprofileerde kroonlijst. Uitspringende baksteenband. Gebruik van lichtrode bakstenen voor de segmentboogvormige ontlastingsbogen, met toepassing van natuursteen voor de hoek- en sluitstenen. Fraai bewaard houtwerk: persiennes en ramen met halfronde profilering op middenstijl en kalf. Zelfde vormgeving voor gedeeld bovenlicht boven vernieuwde deur. Hoger opgetrokken hoektravee onder trapgevel gesteund door natuurstenen oren. Lage aanbouw langs de Molenstraat. Rode baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen, waarin houten schuifpoort.
ARICKX V., Geschiedenis van Egem. Deel II: Egem sedert de Franse Revolutie, Kortrijk, 1982, p. 354.
Bron: DEVOOGHT K. & SANTY P. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Pittem met deelgemeente Egem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL49, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Santy, Pieter; Devooght, Kristien Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)