erfgoedobject

Hof ter Brugghen

bouwkundig element
ID
212383
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212383

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof ter Brugghen
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof ter Brugghen
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Voormalige hopboerderij van hophandelaar Van Droogenbroeck, nu manege, gelegen naast de Nieuwermolenbeek op de grens met Asse. Het hopveld ten zuidwesten van de hoeve is recent verdwenen (tussen 2003-2010). Het huidige gebouwenbestand dateert voornamelijk uit de 20ste eeuw.

Historiek

Op de Ferrariskaart (circa 1770-1778) was er op deze locatie de pachthoeve "Bruggen" aangeduid, de oudste pachtbrief dateert trouwens van 1372. De hoeve hoorde toe aan de abdij van Groot-Bijgaarden en was genoemd naar de nabijgelegen stenen brug over de Nieuwermolenbeek. Sindsdien is er op de site steeds bebouwing geweest; toch dateert het huidige gebouwenbestand uit de 20ste eeuw. Vanaf toen onderging de hoeve, eigendom van de familie Van Droogenbroeck, verschillende moderniseringen in functie van de hopteelt en neemt ze in de regio een belangrijke plaats in als hopboerderij (zie gemeente-inleiding). Een eerste wijziging die wordt geregistreerd op het kadaster in 1908 is de uitbreiding van de hoeve met een gebouw ten westen. Mogelijkerwijs gaat het hier om de nieuwe Engelse ast die men in 1906 liet bouwen en nu niet meer bewaard is (wel nog zichtbaar op een schilderij) en om een opslagplaats. Hierna ondergaat de hoeve nog vele wijzigingen en vergrotingen onder andere geregistreerd in het kadaster in 1916, 1929 en 1933. De twee huidige asten zijn van latere datum.

Beschrijving

Hoeve op U-vormig grondplan met ten noorden het woonhuis, ten westen het magazijn en de hopasten en ten oosten de stallen en de opslagplaatsen. Eenvoudige bakstenen gebouwen onder zadeldaken.

Met uitzondering van de twee asten zonder noemenswaardigheden. De hoeve is voornamelijk van belang omwille van zijn historische waarde als belangrijke en vernieuwende hophoeve in de streek Asse-Dilbeek-Ternat en omwille van de nog bewaarde hopasten en hopmagazijn met nog intacte interieurelementen.

De huidige twee asten zijn tegen de oostzijde van het magazijn aangebouwd onder lessenaarsdak en geven uit op het erf. De linkse ast heeft één droogvloer (of eestvloer) van gevlochten metaaldraad en is de oudste, de rechter ast heeft twee droogvloeren. De bovenste eestvloer bestaat uit geperforeerde metalen platen, die met een nog bewaard hendelsysteem kunnen opengeklapt worden zodat de hop op de onderliggende eestvloer terecht komt. Deze onderste eestvloer bestaat uit een achttal eestbakken van gevlochten metaaldraad. Na het eesten (drogen) van de hop in deze bakken konden deze via een metalen luik van een meter hoog en even breed als de ast, op de eerste verdieping van het hopmagazijn getrokken worden. Het drogen gebeurde aanvankelijk met een cokesvuur volgens het systeem Winckler. Er waren tochtgaten onderaan de ast om het vuur aan te wakkeren (nu dichtgemetseld) en een aspirator bovenaan in de zuidelijke zijmuur van de ast (nog aanwezig) zorgde voor een goede luchtstroom. Beide asten werden in de jaren 1970 aangepast en werkten daarna met een dieselmotor met ventilator van Vandermoortele die ten oosten voor de asten werd gezet onder een lessenaarsdak en warme lucht doorheen de hop blies. In het hopmagazijn waartegen de asten staan en van waaruit de asten werden bevoorraad zijn het mechanisch aangedreven luikwerk en twee hoppersen nog bewaard. De oudste pers is een mechanische pers (eind 19de eeuw) die met mankracht bediend moet worden, de tweede pers is een hydraulische pers (waarschijnlijk aangekocht in de jaren 1960), gebouwd door de Duitse firma Joseph Müller Eisengiesserei und Maschinenfabrik uit Bamberg.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling III (Sint-Ulriks-Kapelle), 1908/1, 1916/1, 1929/57, 1933/1, 1937/2, 1947/1, 1953/1, 1954/2 en 1978/1.
  • BECUWE F. 2008: Aanbeveling tot bescherming van hopgebonden industrieel erfgoed in Poperinge en Asse/Dilbeek (op basis van een typologische evaluatie van de ‘representatieve inventaris van het bouwkundige hoperfgoed in Poperinge en Asse/Dilbeek, samengesteld door De Keteniers’), Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, onuitgegeven nota.
  • BECUWE F. & VANDERMARLIERE G. 2010: Of an oste as they drie their hopes upon at Poppering. Een typologische benadering van de hopast in Vlaanderen, Relicta, 6, 145-176.
  • LINDEMANS P. 1938: De pachthoven der Abdij van Groot-Bijgaarden. 1. Het Hof ter Bruggen, te St Ulriks-Kapelle, Eigen Schoon en De Brabander, 11, 5, 161-169.
  • S.N. 2007: De hopteelt in het Vlaanderen van de 21e eeuw. Een representatieve inventaris van het bouwkundige hoperfgoed met een advies van De Ketenier, s.l.
  • WAUTERS A. 1971 (heruitgave van 1855): Histoire des environs de Bruxelles, Description historique des localités qui formaient autrefois l'Ammanie de cette ville, deel 3 A, Brussel, 184.

Bron: VERWINNEN K. met medewerking van KENNES H. & THOMAS H. 2011: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Dilbeek, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB7, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Becuwe, Frank; Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof ter Brugghen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212383 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.