Burgerhuis in art nouveau, ontworpen volgens een bouwaanvraag uit 1913. Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen boven een souterrain onder zadeldak (nok evenwijdig met de straat). Lijstgevel afgesloten met verspringende, geprofileerde houten kroonlijst op klossen en met tandlijst. Gevelparement opgebouwd uit natuursteen en baksteenmetselwerk, de pui is bekleed met arduin, de bovenste twee bouwlagen hebben een parement van geglazuurde baksteen in gebroken wit met accenten in donkerrode baksteen als horizontale banden en als onderdeel van de booglijsten. Smallere linker deurtravee en brede rechter venstertravee, gemarkeerd door driezijdige houten erker op de bovenverdieping. De erker wordt bekroond met een balkon, afgesloten door ijzerwerk. Kwaliteitsvolle uitwerking en profilering van het bewaarde houten schrijnwerk van de voordeur, erker en kroonlijst. Voordeur met ijzeren deurroosters. In de plint bevindt zich rechts van de voordeur een voetschraper en links een aansluiting op het waternet.

De gevel kenmerkt zich door decoratief uitgewerkte tegelpanelen, vervaardigd in de ateliers van Gilliot et Compagnie. Twee rechthoekige tegeltableaus in spiegelbeeld op de borstwering van de rondboogvensters van de deurtravee, met de afbeelding van een vrouwenportret in profiel met een cirkel, vruchten en linten, ontleend naar ontwerp van Alphonse Mucha. Een kleurrijk fries met gestileerde florale motieven en vruchten lijnt de gevel af. Bovenaan de vensters bevinden zich onder de fries twee rozetten in reliëf.