De fragmenten van afdaken langs de d'Herbouvillekaai gaan terug tot de inrichtingsfase van de rechteroever van de Schelde als havenstrook op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Een strook van 7 km lang, van de d'Herbouvillekaai tot aan de Royerssluis, werd in twee fases ingericht. Het meest zuidelijke deel, de d’Herbouvillekaai, werd tussen 1897 en 1903 gerealiseerd.
Historiek en typering
Voor de nieuwe havenzone langs de rechteroever van de Schelde moesten honderden huizen gesloopt worden. Daarbij verdween de historische stadskern rond het Steen en de iets noordelijker gelegen historische havenzone "De Werf". Vanaf de Kattendijksluis tot aan de huidige Ledeganckkaai werd een ononderbroken, licht gebogen kaaimuur opgetrokken. Er werd een gekasseide strook van 80 m breed aangelegd voor kades, die werden uitgerust met havenkranen, sporen voor rollende kranen en voor treinverkeer en metalen, open opslagplaatsen. Daarnaast kwam een rijweg van 20 meter breed, waarlangs nieuwe gebouwen werden opgetrokken: vooral panden met een handelsfunctie, al dan niet gecombineerd met wonen op de verdiepingen. In 1897-1903 werd de havenstrook met 2 km verlengd naar het zuiden toe. Langs de d'Herbouvillekaai werd onder meer Petroleum Zuid uitgebouwd en bevonden zich de gebouwen van het Zuidstation. Deze functies maakten de combinatie met wonen onmogelijk. Over de gehele lengte van deze Scheldekaaien werd de grens tussen de gekasseide havenzone en de openbare weg gemarkeerd door een lange rij smeedijzeren hekken.
Het meest opvallende en gekende bouwkundig erfgoed op de Scheldekaaien zijn de metalen afdaken. In 1903, na de verlenging van de kaaien tot aan het huidige Petroleum-Zuid, kregen alle afdaken een nummer van 1 tot 29, waarbij men in het zuiden begon te tellen.
De afdaken nrs. 13 tot 29 zijn de oudste en bevinden zich op de Scheldekaaien vanaf de Ledeganckkaai naar het noorden toe. Typisch aan deze afdaken zijn de Polonceauspanten waarop de zadeldaken rusten en de frontons met geajoureerde versieringen. Van dit type zijn anno 2010 zeven reeksen bewaard gebleven.
Aan de stroomopwaartse verlenging van de kaaien, gerealiseerd in 1897-1903 ter hoogte van de d’Herbouvillekaai, werden de afdaken 1 tot 12 gebouwd. De afdaken genummerd van 1 tot 8 dateren van 1903-1907 en zijn van een totaal ander type: eigenlijk vormen ze samen één doorlopende constructie van 60 m breed en 1280 m lang (samen 7,7 ha) onder platte bedaking. Op dit dak werden kraansporen gemonteerd, waarop één kant van een hydraulische halfpoortkraan steunde. Afdaken 9 tot 11 werden in 1910-11 gebouwd, waarbij nr. 9 aansloot bij afdaken 1 tot 8.
Beschrijving
Uit het dossier betreffende deze afdaken dat bewaard is in het stadsarchief, blijkt dat de constructie van de afdaken 1 tot 8 is uitgewerkt door "La Société Anonyme des Ateliers de Construction de Joseph Paris", gevestigd in Marchienne-au-Pont. De uitvoering gebeurde tussen 1903 en 1907 onder leiding van de Antwerpse aannemers J.H. Bolsée & Em. Hargot, gevestigd in de Lange Leemstraat 235. De onderdelen voor de afdaken werden door talrijke Belgische bedrijven geleverd onder meer de fabriek van Emile Henricot uit Court St. Etienne voor gietijzeren elementen, de glasfabriek van Victor Jacquet uit Lodelinsart voor vensterglas.
De oorspronkelijke, doorlopende constructie was samengesteld uit 64 beuken van elk 20 m lang en vijf traveeën van telkens twaalf meter. De hele constructie werd overkapt met een plat dak, waarop een ononderbroken kraanrail was gemonteerd. 51 hydraulische halfportaalkranen werden met één kant op deze rails heen en weer gereden langs de kade. Op de voorkaai liepen drie evenwijdige treinsporen onder de kranen door. De afdaken werden met gegalvaniseerd plaatijzer afgesloten. In de poortopeningen werden rolluiken van het Kinnearsysteem aangebracht. Het afdak werd in acht compartimenten verdeeld, elk apart verhuurd en voorzien van een met tralies afgesloten ruimte voor de toldienst. Van dit lange afdak bleven maar enkele fragmenten bewaard, namelijk ter hoogte van nr. 4, met een lengte van ongeveer 80 m. Onder dit afdak is een atoombunker bewaard, een getuige van de Koude Oorlog.
- Stadsarchief Antwerpen, Archief Autonoom Havenbedrijf Antwerpen, MA # 1346/1-1346/2, MA-HB # 1487 (tolruimtes), MA-HB # 393, MA-HB # 266 (algemene plannen van kaaien en afdaken), MA-HB # 1271, MA-HB # 350, MA-HB # 1371, MA HB 410 (Kinneardeuren).
- NIJHOFF P. e.a.1991: Langs pakhuizen, fabrieken en watertorens. Industrieel-archeologische routes in Nederland en België. Utrecht/Antwerpen, 169-177.
- PANIS P. (red.), 2010: Open monumentendag. De vier elementen: aarde, lucht, vuur en WATER, 12 september 2010, Antwerpen, 40.
- PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3NC, Brussel - Turnhout, 123.