is aangeduid als beschermd monument Dorpswoningen in vakwerkbouw
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Twee woningen in vakwerkbouw
Deze vaststelling is geldig sinds
De twee woningen situeren zich in de dorpskern van Brustem. De achtertuin grenst aan de "Burggracht", de voormalige 8-vormige gracht rond de motte met 12de-eeuwse burchttoren en de voorburcht met kerk en kerkhof. Het dorp Brustem heeft zich ontwikkeld rond deze burcht.
Op de Ferrariskaart is er bebouwing te zien op de plaats van de huidige woningen Brustem-Dorp 103-105. Op de primitieve kadasterkaart is te zien dat er in het midden van de 19de eeuw één huis op deze plaats stond. Uit de kadastrale gegevens blijkt dat dit huis na een brand door de toenmalige eigenaar verbouwd werd tot of vervangen werd door twee nieuwe woningen, en dit ten laatste in 1879. De twee huizen blijven dezelfde eigenaars hebben tot in 1918.
In 1951 wordt er voor Brustem-Dorp 105 een planregeling getroffen met het perceel (320a) rechts ervan: een kleine meter van dit perceel wordt toegevoegd aan Brustem-Dorp 105 en fungeerde naar verluid als brandsteeg. Betreffende Brustem-Dorp 103 is in 1952 kadastraal geregistreerd dat het huis vergroot is en gedeeltelijk herbouwd.
In 1970 worden de gebouwen rechts van Brustem-Dorp 105 (naar verluidt een 'lemen huisje en een half stenen huis') afgebroken en wordt er een nieuwe woning (de huidige nummer 107) gebouwd. De brandsteeg verdwijnt hierbij. (Het verlies van de brandsteeg wordt - qua oppervlakte - gecompenseerd door het toevoegen van enkele extra meters achter het huis.) De (vakwerk) rechterzijgevel van nummer 105 wordt vervangen door een gemeenschappelijke muur in steen.
Zowel Brustem-Dorp 103 als 105 zijn in de loop der jaren vergroot met een achterbouw.
De woning Brustem-Dorp 105 telt drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Het stijl- en regelwerk is in voor- en achtergevel amper zichtbaar omwille van de dikke gevelafwerkingslaag. In de voorgevel zijn wel koppen van twee ankerbalken zichtbaar. In de zwartgemaakte zone onder de vensters schemeren bakstenen door en verticale stijlen die doorlopen tot op stoepniveau (oorspronkelijk geen of zeer lage bakstenen stoel?). De voorgevel telt twee beluikte vensters en een deur op het gelijkvloers, en twee kleinere vensters op de verdieping. De achtergevel is op gelijkvloers niveau aangepast: er is een grote doorgang naar de latere aanbouw en er zijn twee grote vensters ingebracht. Ook hier zijn ankerbalkkoppen zichtbaar. De verdieping heeft hier slechts enkele kleine gevelopeningen. De rechterzijgevel is volledig versteend bij de bouw van de woning rechts. De linkerzijgevel van nummer 105 is de gemeenschappelijke muur met Brustem-Dorp 103. Het vakwerkspant en zelfs de lemen vullingen zijn hier nog bewaard.
De woning Brustem-Dorp 103 is in de loop der jaren vergroot met een diep doorlopende achterbouw, maar het vakwerkgedeelte van nummer 103 is volumetrisch hetzelfde als dat van nummer 105. De voorgevel en linkerzijgevel zijn echter volledig heropgebouwd in steen en het dak is vernieuwd met kunstleien. In de achtergevel is het stijl- en regelwerk verscholen achter een grijze cementeringslaag; er zijn wel nog twee koppen van ankerbalken zichtbaar. Dat maakt dat de twee woningen samen nog vijf van de oorspronkelijk zeven ankerbalkgebinten hebben. Enkel de uiterst linkse en rechtse zijn vervangen door een stenen muur.
De twee woningen zijn elkaars spiegelbeeld. Ze hebben elk een woonkamer met haard (gemeenschappelijke schoorsteen) aan de voorzijde en twee kleinere vertrekken aan de achterzijde, die onderkelderd zijn. De trap naar de verdieping bevindt zich naast de voordeur. De binnenmuren, allemaal nog in vakwerk, zijn momenteel afgewerkt met behangpapier. Ook het plafond heeft een vlakke afwerkingslaag gekregen; de situering van de ankerbalken is wel nog zichtbaar.
Volgens de huidige eigenaars zou er vroeger, naast de haard, een deuropening zijn geweest tussen beide woningen, nu nog merkbaar bij het bekloppen van de muren. Deze stelling is mogelijk aangezien beide woningen vanaf de bouw circa 1879 tot in 1918, aan dezelfde eigenaars behoorden. Een andere mogelijke stelling is dat de oorspronkelijke vakwerkwoning (al dan niet met verdieping) circa 1879 niet volledig herbouwd is, maar dat de aanwezige vakwerkstructuur verbouwd is tot twee woningen met verdieping. Enkel een bouwhistorisch onderzoek van alle constructiesporen kan hier meer duidelijkheid over geven.
Op de verdieping van Brustem-Dorp 105 zijn, door middel van lemen wanden, twee kamers ingericht aan de voorzijde. De rest van de zolderruimte is onafgewerkt.
De eerste verdieping van Brustem-Dorp 103 is volledig ingericht. De meeste scheidingsmuren bestaan uit recentere lichte scheidingswanden. Hierboven is nog een extra verdieping gecreëerd onder het dakgebinte. De structuur (kapspanten en gordingen) is hier nog bewaard. De dakbedekking is vernieuwd. Tegen de gemeenschappelijke scheidingsmuur is aan deze zijde een stenen muur voorgezet. Aan de zijde van nr. 105 is op de verdieping het vits- en leemwerk wel nog zichtbaar.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DL002592, Dubbele vakwerkwoning, Brustem-Dorp 103-105 (WOUTERS M. 2010).
Auteurs: Wouters, Marijke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Brustem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Twee woningen in vakwerkbouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212404 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.