is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning Vermijlen-De Winter
Deze vaststelling is geldig sinds
Het echtpaar Vermijlen-De Winter bewoonde sinds 1971 een door Braem ontworpen woning met kinesitherapiepraktijk in een recente verkaveling in Hemiksem. Enkele jaren later, in 1974, vragen zij Braem om een landhuis in Schilde te ontwerpen.
Opnieuw gaat het om een recente verkaveling, ditmaal in een meer landelijke context. De wijk De Drijhoek wordt verkaveld vanaf 1973 door de firma Matexi en is gelegen in de buurt van de Turnhoutsebaan en vlak aan het uitgestrekte Drijhoekbos. Het gaat om een villawijk met ruime, beboste percelen. Het perceel van de familie Vermijlen is gelegen op de hoek van de straat, waarbij de straten de noordelijke en oostelijke perceelsrand vormen. Het contrast met hun woning in Hemiksem, in een verstedelijkte context, met amper tuin en met veel minder privacy, is groot.
Jozef Vermijlen stuurt Braem in juni 1974 per brief zijn basisideeën over deze woning. Hij wil een woning die een eenheid vormt met de natuur, die voldoende privacy biedt en die de grens tussen binnen en buiten zoveel mogelijk opheft. Bij de woning moet er een kleine oefenruimte met wachtzaal voor de praktijk zijn.
Braems eerste voorontwerp vertrekt van een bungalow in sikkelvorm, gecombineerd met een rechthoekig volume waarin enkele praktijkruimtes zijn ondergebracht. Het is opnieuw een experiment wat de plattegrond betreft, een recurrent gegeven in Braems villabouw van de jaren 1970. Het gebouw is zeer organisch vormgegeven met vloeiende vormen voor de ramen en afgeronde 'steunberen' aan de hoeken van de buitenmuren. De volgende drie ontwerpen zijn een verdere uitwerking van dit basisidee. De bungalow in een soort sikkelvorm, met een gesloten 'rug' aan de noordzijde en open armen aan de zuidzijde, komt duidelijk tegemoet aan Vermijlens vraag naar een nauwe relatie binnen-buiten en de mogelijkheid om beschut van de wind op het terras te zitten. Steeds wordt deze sikkelvorm gecombineerd met een rechthoekig volume voor de praktijk. Op basis van het vierde ontwerp wordt in april 1975 een bestek uitgeschreven, maar de binnengekomen offertes vallen te duur uit.
Braem wijzigt hierop het ontwerp en brengt een deel van de gelijkvloerse ruimtes naar de eerste verdieping, waardoor het dakoppervlak verkleint en de funderingen verminderen. Dit zou een goedkopere bouw mogelijk moeten maken. Op basis van dit ontwerp worden opnieuw offertes aangevraagd, waarbij de firma Gebroeders De Swert-Janssens-Geeraerts uit Oelegem de goedkoopste is. In december 1975 wordt de bouwaanvraag ingediend. Het ontwerp krijgt de goedkeuring op voorwaarde dat slechts een tiende van het perceel wordt ontbost. De werken zouden eind augustus 1976 moeten starten, maar begin augustus voert Braem nog diverse wijzigingen aan het plan door (funderingen, riolering, afmetingen van enkele ramen). In november klaagt Braem dat de werken nog steeds niet zijn gestart. Wanneer ze dan wel van start gaan, is niet duidelijk, maar de correspondentie tussen Braem en de aannemer duidt op een moeilijk parcours, waarbij regelmatig zaken foutief worden uitgevoerd en moeten worden herdaan of opgelost. In het najaar van 1978 komt de plafondbepleistering volledig naar beneden. Die was volgens Braem "aangebracht zonder de geschikte voorbereiding van de betonnen ondergrond, en heeft nu gelost en is omlaag gevallen". In maart 1979 worden de uitgevoerde werken voorlopig aanvaard, alhoewel nog tot in december 1979 bijkomende werken en herstellingen worden uitgevoerd.
Het gebouw heeft globaal een L-vorm als plattegrond, waardoor het terras afgeschermd is aan de noord-westzijde. Het is opgetrokken uit Kempische baksteen, in combinatie met beton voor de vloeren, enkele pijlers en de overspanningen. Het exterieur is niet beschilderd, in het interieur is de baksteen wit geschilderd. Voor alle schrijnwerk wordt afzelia gebruikt, ook voor de plafondbeplanking van de woonkamer. Het eigenlijke woongedeelte heeft een amandelvorm, met een tuingevel die gebroken wordt in drie gevelvlakken en een straatgevel aan de noordzijde in segmentvorm. De opdeling tussen praktijk en woning wordt geaccentueerd doordat de praktijkruimte (samen met de garage) een gelijkvloers gebouw is onder een plat dak, terwijl het woonhuis twee bouwlagen hoog is onder een zadeldak. De combinatie van de amandelvorm in de plattegrond met afgeronde dakvleugels verleent het een heel kenmerkende vorm. Met de twee schoorstenen op de uiterste punten van het woonvolume doet het gebouw denken aan een perkament dat wordt ontrold.
De woning omvat een dubbele garage en een beperkte praktijkruimte in de gelijkvloerse vleugel. De praktijk heeft een aparte ingang. Het woongedeelte heeft een inkom met wc en kokervormig trappenhuis in de hoek. De spiltrap, uitgevoerd in kambalahout, is een model van het merk Willemsens, waarmee Braem vaak werkt. Tegen de ingang aan ligt aan de straatzijde de halfopen keuken, met de eethoek en de zeer ruime woonkamer, die de rest van de gelijkvloerse verdieping innemen. In de hoek van de ruimte is een bakstenen gemetselde haard aangebracht, die het centrum vormt van de zithoek. De woonruimte is aan de straatzijde als duplex uitgewerkt. Aan de tuinzijde opent de leefruimte met twee ruime schuiframen naar de tuin. De volledige gelijkvloerse verdieping is betegeld met Buchtal-tegels. Op de verdieping zijn een badkamer en vier slaapkamers geschikt aan de tuinzijde. Bijna de helft van de oppervlakte wordt ingenomen door een brede 'palier', die tegelijk als speelruimte voor de kinderen dienstdoet en die met een grote vide naar de onderliggende leefruimte is geopend. Op de verdieping wordt voltapijt gebruikt.
Voor deze opdracht werkt Braem samen met interieurarchitect Van Roosmaelen uit Grobbendonk en met Mark De Winter als tuinarchitect. Niettemin ontwerpt Braem zélf de keuken, de haard en een zitbank tegen de keukenmuur. Ook het waterbekken in kasseistenen aan de straatzijde waarin het dak afwatert, en de oprijbrug met brievenbus zijn ontworpen door Braem.
Bron: Braeken J. (ed.) 2010: Renaat Braem 1910-2001. Architect, Relicta Monografieën 6. Archeologie, Monumenten en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, Brussel.
Auteurs: Meganck, Leen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Schilde
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Vermijlen-De Winter [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212415 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.