Dit gedenkteken kwam er dankzij de Nationale Strijdersbond van België (N.S.B. = F.N.C.), Vriendenkring der Officieren (A.O.C.) en de Nationale Vereniging der Invaliden (N.V.I. = F.N.I.), ter ere van de Gentse militairen die stierven tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het werd ingehuldigd op 26 oktober 1924. Deze verenigingen houden nog jaarlijkse hulde op 11 november.
Hoofdelement van dit oorlogsgedenkteken is het bronzen standbeeld dat een vrouw voorstelt. Ze draagt een eenvoudig, licht gewaad, dat haar linkerbeen onbedekt laat. Haar ogen zijn gesloten, ze straalt sereniteit en plechtigheid uit. De vrouw schrijdt vooruit en draagt een soldatenhelm, versierd met een lauwerkrans, op haar rechterarm.
Dit standbeeld is op een hoge sokkel uit blauwe hardsteen geplaatst. Op de sokkel vinden we volgende signaturen terug: "VINDEVOGEL FONDERIE; O. M. Piette". De sokkel is als volgt opgebouwd: op de grond ligt een vierkante basis, ongeveer drie maal breder dan hij hoog is. Hierop werd een witmarmeren, klein plaatje aangebracht. Men leest er in bladgoud : 'Hulde aan de/ gesneuvelde/ Soldaten'. Boven de tekst werd, eveneens met bladgoud, een palmtak aangebracht. Bovenop deze sokkel is een kleinere vierkante basis aangebracht, waarvan de hoeken zijn uitgespaard en versierd met getrapte profielen die samen een kwartrond aspect vertonen. Langs de voorzijde leest men hierop, in verzonken letters: 'N.S.B. - N.V.I. - A.O.C./ AAN ONZE STADSGENOOTEN/ GESNEUVELD VOOR HET/ VADERLAND/ F.N.C. - F.N.I. - A.O.C / A NOS CONCITOYENS/ MORTS POUR LA/ PATRIE'. Op deze sokkel bevindt zich het verticaal element dat de eigenlijke basis voor het standbeeld vormt. Bovenaan is dit afgewerkt met een kwartrond profiel.
De voorzijde van dit verticaal element van de sokkel is met een bronzen laagreliëf versierd. Het stelt een gezeten mannenlichaam in profiel voor. De man is naakt, zijn linkerarm rust op zijn opgetrokken knieën en verbergt zijn gezicht. In deze linkerhand houdt de man een rond schild vast, wat suggereert dat het om een soldaat gaat. Het schild komt aan de linkerzijde van het paneel een weinig naar buiten. Zijn rechterarm heeft de man achter zich op de grond geplaatst. De beeldhouwer heeft de man een sterke musculatuur meegegeven. Bovenaan staan de jaartallen 1914 en 1918 op respectievelijk een achtergrond van eiken- en laurierbladeren. Van deze 'grafwachter' bestaat een gipsen voorontwerp, dat gepubliceerd werd in Engelen-Marx 2002. Hierop werd de musculatuur beduidend minder uitgewerkt. Op de horizontale basis van de verticale sokkel loopt het bronzen laagreliëf nog een weinig door, hier ligt een palmtak, verwijzend naar de dood en ook wel de overwinning. Op dit brons vinden we volgende signaturen terug: "O.M. Piette" en "FONDERIE VINDEVOGEL GENDBRUGGE".
André Capiteyn (ed.), Gent en de eerste wereldoorlog, Het stadsleven in de jaren 1914-1918, Gent 1991, p. 125.
Norbert Poulain, Creëren tussen idealisme en conformisme, in André Capiteyn (ed.), Interbellum in Gent, 1919-1939, Gent 1995, p. 171.
Cor Engelen & Mieke Marx, Beeldhouwkunst in België vanaf 1830, reeks Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën, studia 90, 3 delen, Brussel 2002, p. 1289.
http://www.nefos.be/leden.php (geraadpleegd op 8 augustus 2008).
Bron: Depestel Sarah 2009: Monumenten ter ere van gesneuvelden uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog in Gent: een (kunst)historisch overzicht met voorstellen ter bevordering van de instandhouding en eventuele restauratie, onuitgegeven masterthesis Artesis Hogeschool Antwerpen. Auteurs: Depestel, Sarah Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)