Alleenstaande modernistische woning van 1958, nu nauwelijks zichtbaar van op de straat omwille van de sterk uitgegroeide bomen en struiken aan de voorkant.
Op de plaats van de woning stond voorheen een villa van 1905 die echter onvoldoende gefundeerd was. Deze villa is afgebroken tot op 2.30 meter hoogte en een nieuwe dekplaat van gewapend beton diende als basis voor een lichte constructie uit sparrenhout. De kolommen van gewapend beton dienen dus om het funderingsprobleem van de eerste woning op te vangen.
Kort na de realisatie werd de woning beschreven in architectuurtijdschriften als "La Maison" en "Habitation" waar de woning geprezen wordt omwille van de sobere maar praktische inrichting en de budgetvriendelijke factor. De woning wordt beschreven als een evenwichtige constructie, krachtig, ruim en helder met een functionele structuur waar kan geleefd en gewerkt worden in een aangename sfeer. Ook het feit dat de architect verder bouwt op een bestaande woning werd als een essentiële bijzonderheid ervaren. De woning behaalt de vierde vermelding op de prijs Van de Ven van 1959.
Ongeveer balkvormig volume afgesloten door een licht hellend plat dak. Het gelijkvloers – deels bestaande uit de restanten van de villa van 1905 – ondersteunt een plaat van gewapend beton en omvat de ontvangstruimte, vestiaire, ateliers en dienstenkamer. Voor de eerste verdieping is een lichte constructie van sparrenhout gebruikt met veelvuldige verwerking van glas. Hier bevinden zich het woongedeelte en het bureau van de architect (elk met afzonderlijke toegang).
Opvallend is ook de open garage aan de oostkant, refererend aan het Amerikaanse carportmodel.
De benedenverdieping werd verbouwd.
- S.N. 1959: Habitation personelle à Linkebeek, La Maison 3, 78-80.
- S.N. 1959: Habitation d’architecte J. Vancoppenolle, Habitat-Habitations 4, 26-27.