Beneden het straatniveau gelegen hoekhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder afgewolfd zadeldak, opklimmend tot de tweede helft van de negentiende eeuw, momenteel uitgerust als brasserie-restaurant. Tot 1921 eigendom van de familie Vandenbrugge. In die tijd was er aan het café een hof verbonden. Men kon er uitstekende boter, melk en witte kaas krijgen.

Witgeschilderde en met schijnvoegen gecementeerde gevel met sierankers; rechthoekige muuropeningen op de begane grond en licht getoogde op de bovenverdieping met trompe l’oeil in de centrale deurtravee. In de zijgevel zijn er eveneens drie traveeën en een lagere aanbouw van één travee met opkamer.

Enkele authentieke interieurelementen bleven bewaard in de gelagzaal: houten lambrisering met omlopende houten zitbanken waarin de verwarming is verwerkt. Cementtegelvloer en mooi bewaarde, zwarte, eclectische schouw. Deur met gezandstraald glas.