Gemeentelijke Begraafplaats, veld 4/B3/17.
In 1944 krijgt Braem van zijn overbuur Emiel Aldeweireldt de opdracht een grafmonument te ontwerpen naar aanleiding van het overlijden van diens schoonvader. De concessie op de begraafplaats van Edegem is bedoeld voor bijzetting van beide overleden schoonouders, Pieter Staes (1870-1943) en Esther Dewitte (1870-1936), en voor het echtpaar Aldeweireldt-Staes zelf. Het grafmonument wordt in 1946-1947 uitgevoerd en geplaatst door de firma Wittoeck uit Deurne. Emiel Aldeweireldt (1901-1967) en zijn echtgenote Maria Staes (1904-1988) worden hier bij hun overlijden bijgezet.
In het ontwerp berust het vormconcept van het grafmonument op het grafische contrast tussen de materialen zwart graniet en wit marmer, tussen de vorm van de rechthoek en het Grieks kruis en tussen de volumewerking hol en vol. In de grafplaat zijn vier kruisjes uitgespaard. De omtreklijnen van de kruisjes worden doorgetrokken in de compartimentering van het oppervlak. De stèle vormt een open raamlijst, waarbinnen een claustra van marmeren kruisjes en naamplaten vervat zit. In de uitsparingen van de grafplaat stelt Braem een beplanting voor met witbloemige Sagina subulata. Een thujahaag doet dienst als groenscherm achter de stèle. Het grafmonument wordt uiteindelijk volledig in arduin uitgevoerd, met enkel de naamplaten in zwart graniet.
- Archives d'Architecture Moderne, Archief Renaat Braem, Dossiernummer 39.