Teksten van Franse post voor radiotelegrafie

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212731

Franse post radiotelegrafie ()

Franse betonnen post voor radiotelegrafie, gebouwd door de Franse territoriale geniecompagnie 2/1 ("Génie 2/1 T") in oktober 1916 onder leiding van Cousin en Leguay. Deze gegevens betreffende de constructeurs en bouwperiode kunnen afgeleid worden van de inscripties die op de betonnen constructie terug te vinden zijn.

Historisch overzicht

De constructie bevindt zich in het Hannecartbos, een bos dat rond 1930 aangeplant is door de familie Hannecart als jachtbos. Tijdens de Eerste Wereldoorlog behoort deze plek tot de sector Nieuwpoort. Tot begin februari 1918 zal deze sector onder de hoede van Franse eenheden vallen, behalve in de periode juni - november 1917, wanneer de Britten tijdelijk de sector overnemen. Vanaf februari 1918 wordt de sector door Belgische eenheden bezet. In de sector Nieuwpoort is het strategisch gezien vooral belangrijk om het sluizencomplex van de Ganzenpoot te beschermen tegen de vijand. De betonnen constructie ligt net achter (ten westen van) de derde lijn van de eerste linie, de zgn. Ligne Eolienne.

In het Journal des marches et opérations (J.M.O.) van de Compagnie 2/1 Territoriale (3e Régiment du Génie) wordt het doen en laten van deze genie-eenheid vrij gedetailleerd beschreven. Op 11 november 1914 arriveert de compagnie in het centrum van Koksijde. De compagnie wordt tewerkgesteld in en rond het stadscentrum van Nieuwpoort en de IJzermonding. In het J.M.O. is sprake van sergent Cousin en caporal Leguay, wiens namen op de betonnen post terug te vinden zijn. Cousin en Leguay promoveren beiden op 25 november 1914 tot adjudant resp. sergent. Op 1 juni 1915 wordt Cousin bevorderd tot Sous-Lieutenant.

In de periode tussen 15 november 1914 en 8 februari 1915 wordt de compagnie hoofdzakelijk in de frontlinie bij Nieuwpoort-bad en Nieuwpoort-stad ingezet. De eenheid heeft dagelijks te maken met vijandelijke beschietingen. Op 27 en 28 november 1914 bijvoorbeeld zijn de beschietingen zelfs zeer zwaar. Regelmatig worden in het dagboek namen van mannen van de eenheid opgesomd die zwaar gewond of zelfs dodelijk getroffen raken door het vijandelijke geschut. De eenheid wordt ook achter de frontlinie ingezet, in de omgeving van Groenendijk en Koksijde. Ze moet er o.m. artilleriestukken installeren en barakken opbouwen. In de zomer van 1916 wordt ze belast met de uitbouw van overdekte tranchées (loopgraven) en boyaux (verbindingsgangen) in de omgeving van Oostduinkerke (onder meer de Ligne Eolienne, Bois Triangulaire en Boyau de l’Espérance). In die periode is er ook sprake van de bouw van abris (schuilplaatsen) voor artilleriestukken (140mm en 160mm). Deze werken worden meestal ’s nachts uitgevoerd door mannen van de genie, die hierbij de hulp krijgen van travailleurs d’Infantérie die ter beschikking worden gesteld.

Voor de periode tussen 7 september tot 1 november 1916 wordt behalve de hierboven beschreven werkzaamheden ook melding gemaakt van de bouw van een nieuwe abri pour un poste de radio-télégraphie. Dit betreft de betonnen militaire constructie, die vandaag de dag in het Hannecartbos bewaard gebleven is .

Behalve de constructeurs en de bouwdatum die overeenkomen met de inscripties op de constructie wijzen ook de openingen onderaan de rondboogvensters op een functie als een post voor draadloze telegrafie: langs deze openingen kan de noodzakelijke bedrading naar binnen gebracht worden. De post voor radiotelegrafie is hoogstwaarschijnlijk gebruikt door de artillerie, die heel wat batterijen in deze omgeving had opgesteld.

De gevel van de constructie is breder en hoger dan de eigenlijke constructie zelf. Dit is mogelijk te verklaren door het feit dat er op de eigenlijke constructie zandzakjes werden aangebracht, die door de veel grotere gevel op hun plaats gehouden worden bij eventuele vijandelijke beschietingen uit oostelijke richting.

Wellicht is de constructie ook door Belgische eenheden gebruikt, wanneer die vanaf februari 1918 de sector overnemen.

Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog wordt draadloze telegrafie enkel door de hoogste echelons gebruikt: de apparatuur is zwaar, duur en vraagt om gespecialiseerd personeel. De belangrijkste communicatiemiddelen blijven ook de volgende oorlogsjaren de telefoon en optische signalisatie. Of de boodschappen worden per duif of per koerier te paard, fiets of moto overgebracht. Draadloze telegrafie wordt tijdens de Eerste Wereldoorlog vooral als hulpmiddel gebruikt, als aanvulling op de telefoon. Niettemin zou dit communicatiemiddel tijdens de 'Grooten Oorlog' aan belang winnen. Illustrerend bijvoorbeeld is de evolutie van de draadloze telegrafie bij het Belgische leger. Pas in februari 1915 wordt de Dienst der Militaire Draadlooze Telegrafie opgericht, met een tiental operateurs en ingenieurs voor welgeteld drie rijdende posten voor draadloze telegrafie. Tegen het Geallieerde Bevrijdingsoffensief in 1918 zijn er al meer dan 1500 technici en operateurs aan het front werkzaam, die meer dan 600 posten bedienen.

Beschrijving

Bovengrondse betonnen militaire constructie. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting. De gevel aan westelijke zijde is hoger en breder dan de constructie zelf. De zijkanten van deze gevel verbreden langs onderen toe. De gevel is afgewerkt met een cementlaag en onderaan de gevel is een plint aangebracht. Aan beide zijkanten zijn inscripties aangebracht. Links vooraan kan volgende ontcijferd worden: "Génie 2/1 T; L.G. Cousin; Binet. Leguay.sgts; H.V." Rechts vooraan staat: "10 / 1916". Aan westelijke zijde zitten twee deuropeningen met ertussen twee vensteropeningen. Alle muuropeningen zijn bovenaan rondbogig. De twee vensteropeningen zijn mooi afgewerkt met een tongewelf en vensterbank. Onderaan dit tongewelf steekt telkens een kleine opening. De twee deuropeningen aan westelijke zijde geven elk via een klein sas toegang tot dezelfde rechthoekige ruimte. De muren van deze ruimte lijken met een witte cementlaag afgewerkt en ook het effen plafond is witgeschilderd. De constructie heeft enkele inslagen te verwerken gekregen.

  • S.N. s.d.: Guldenboek der Vuurkaart, Brussel.
  • Informatie meegedeeld door Philip Geldof (30 november 2009).

Bron: Beschermingsdossier DWOO002480 (2011)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2011: Franse post voor radiotelegrafie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135033 (geraadpleegd op ).


Geallieerde betonconstructie Hannecartbos (Oostduinkerke - WOI) Beschrijving ()

Gelegen aan de noordoost-rand van het Hannecart-Bos, ten noorden van de Polderstraat 163, op circa 100m ten zuidwesten van de betonconstructie langs de Mosdreef, op circa 150m ten noordoosten van de betonconstructie Polderstraat 159, op circa 2300m van het centrum van Oostduinkerke. In de omgeving zijn diverse betonconstructies uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.

Historische Achtergrond

Vrij bizarre betonconstructie van geallieerde (Franse?) makelij. In de onmiddellijke omgeving waren nog heel wat betonnen constructies opgetrokken.

Kenmerken

Bovengrondse betonconstructie. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting. De gevel aan de westkant is hoger (vermoedelijk tot 4m hoog) en breder dan de rest van de constructie en is aan de zijkanten afgeschuind. Aan de westkant zijn twee rondbogige deuropeningen met ertussen twee kleine, rondbogige vensteropeningen. Alle openingen zijn nu afgesloten. Vermoedelijk zijn de toegangen L-vormig, te oordelen naar de vorm van de constructie aan de oostkant, die trapsgewijs versmalt. Binnenin zouden twee ruimtes zijn.

  • Informatie meegedeeld door Guy Vileyn, Natuurwachter, Afdeling Natuur (Vlaamse Gemeenschap). (Interne Informatie, 13-01-2005)
  • Duitse militaire kaart "Batteriekarte f.d. Gruppe Nord (Nördl. Teil) Blatt XXVIII von 10.10.18".

Bron: WOI Relict (1121): Geallieerde betonconstructie Hannecartbos (Oostduinkerke - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2005: Franse post voor radiotelegrafie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135007 (geraadpleegd op ).