Voormalig kinderpreventorium "Onze-Lieve-Vrouw-ter-Dennen" opgericht in de jaren 1950 te midden van naaldbossen.

Opgericht in 1955 door de vzw Openluchtwerken Limburg voor kinderen die door tuberculose werden bedreigd (zie gedenksteen: "Ontstaan uit liefde voor onze kinderen gegroeid in de geest van de Christelijke Caritas en het lekenapostolaat werd dit preventorium onder de bescherming van de Maagd der Armen door zijne Hoogwaardige excellentie Monseigneur Kerkhofs gesteld die deze steen plaatste op donderdag 29 september 1955 / A.M.D.G."). De gebouwen werden voltooid in 1957 en werden toen ook kadastraal geregistreerd. De medische inrichting was voorzien op 170 bedden. In 1962 werd er een Kliniek voor Allergie opgericht voor kinderen met ademhalingsmoeilijkheden, omdat tuberculose sterk ingedijkt was door de vooruitgang van de medische wetenschap. In 1970 werd er een kleine uitbreiding geregistreerd op het kadaster met de bouw van een zwembad aan de noordzijde van de meest zuidelijke vleugel. In 1979 sluit het preventorium haar deuren en wordt de gemeente eigenaar van het complex die het doorverkoopt. Vanaf 1993 wordt het complex gebruikt door het Rode Kruis als opvangcentrum voor asielzoekers.

Het complex bestaat uit twee grote zuidoostelijk georiënteerde vleugels verbonden door een haakse lagere vleugel, waarop ook de administratievleugel aansluit die verbonden is met de twee hoofdvleugels. Tegen de hoofdvleugels verschillende aangebouwde vleugels. Tegen de oostgevel van de meest zuidelijke hoofdvleugel ligt de kapel.

Witgeschilderde bakstenen gebouwen met één tot vier bouwlagen onder plat dak. Op het einde van de meest zuidelijke vleugel zijn opgewerkte terrassen naar het zuiden aanwezig, waarop de bedden van de patiënten konden geplaatst worden. Alle muuropeningen zijn rechthoekig, deze in de zuidgevels zijn groter dan in de noordgevels, de trappenhallen hebben kleine vierkante muuropeningen. In de meeste vleugels zijn de oorspronkelijke smalle ijzeren raamprofielen nog aanwezig.

In het interieur zijn de oorspronkelijke indelingen van lokalen en kamers grotendeels bewaard gebleven. Op de meeste plaatsen zijn gele tegelvloeren aanwezig, de leuningen van de trappen tussen de verschillende verdiepingen waren op "kindermaat" gemaakt en hebben een ijzeren leuning met houten handlijst.

Kapel op rechthoekige plattegrond van drie traveeën onder schilddak met een aanbouw van twee traveeën en één bouwlaag onder plat dak ten oosten. De kapel bevond zich op de verdieping, op het gelijkvloers bevonden zich klaslokalen met grote raampartijen die open konden. Gesloten westgevel met klokkentoren onder puntdak. In de zuidgevel grote rechthoekige muuropeningen op de begane grond en op de verdieping smallere verticale bandramen. Noordgevel met kleine rechthoekige muuropeningen. De kapel heeft een zeer sober interieur met een bewaard altaar.