Voormalig jachthuis als restant van een eind 18de- of begin 19de-eeuwse hoeve met losse bestanddelen (nog niet aanwezig op de Ferrariskaart (circa 1770-1778), maar wel op het primitief kadaster (circa 1840), gelegen in een grote tuin, ten westen afgezet met oude haagbeuk en tegen de straatzijde verschillende bomen. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1841) voorkomend als "Heiwyk Ferme", later "Heywyck".

De gebouwen met omliggende bossen waren in de 19de eeuw eigendom van prins de Merode. Kaarten uit de eerste helft van de 19de eeuw vertonen de dreven die vanuit de hoeve in zuidelijke richting lopen en verder uitwaaieren. Ze werden aangelegd door de Merode in functie van bosbouw en jacht, tussen 1939 en 1965 werden ze heraangeplant.

De hoeve was al aanwezig op het primitief kadaster (circa 1840) en er werden in 1867 een aantal wijzigingen geregistreerd. De stallingen ten zuidoosten werden licht gewijzigd en het voormalige jachthuis met boerenwoning werd in twee percelen verdeeld.

In 1968 kocht het toenmalige bestuur van Waters en Bossen (nu het Agentschap voor Natuur en Bos) een deel van de gronden samen met de aanwezige gebouwen over van de Nationale Maatschappij der Kleine Landeigendommen. De gebouwen bestonden toen uit het voormalige jachthuis van de Merode (nu het enige nog resterende gebouw), een boerenwoning tegen de zuidzijde van het jachthuis en stallingen ten zuidoosten. Pas in 1973 wordt op het kadaster de afbraak van de meeste gebouwen geregistreerd, enkel het nu nog resterende pand bleef bewaard, heden onder andere gekend als het "jachthuis", de "voormalige boswachterswoning" of het "kasteel van Heiwijk". Het voormalige jachthuis werd gerenoveerd door het Bestuur van Waters en Bossen en deed dienst als loods voor de werklieden van het bosbeheer en later als ambtswoning voor de boswachter. De nieuwe boswachterswoning, ten noordoosten, werd opgericht in 1978 en geregistreerd op het kadaster in 1979.

Dubbelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder afgewolfd pannen zadeldak (nok loodrecht op de straat). Rechthoekig bakstenen gebouw waarvan de voorgevel (zuidwest) een bepleisterde lijstgevel is met imitatievakwerk op de eerste verdieping. Getoogde muuropeningen met bewaard schrijnwerk en dakvenster boven de toegangstravee. De achtergevel is wit geschilderd en is in tegenstelling tot de voorgevel sober uitgewerkt, rechthoekige muuropeningen. Zijgevel zonder muuropeningen met recentere kunstleien beschieting.