Burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van A. Pirenne, naar een ontwerp van de architecten Jan Vanhoenacker, John Van Beurden en Jos Smolderen uit 1928. Het gebouw is representatief voor de gezamenlijke productie van Vanhoenacker, Van Beurden en Smolderen, associés van 1920 tot omstreeks 1930. Enkele jaren eerder tekenden zij voor het somptueuze Hotel Jussiant in de nabije Arthur Goemaerelei, een van hun belangrijkste realisaties.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een plat dak. De asymmetrische, verticaal gelede compositie van de natuurstenen lijstgevel legt de klemtoon op de brede zijtravee, die is uitgewerkt als een hoger opgaand risaliet met een in- en uitgezwenkte waterlijst. De twee hoofdverdiepingen worden daarbij gemarkeerd door een halfronde erker met balkon. Typisch voor de stijl van het architectenbureau, kenmerkt de woning zich door een verzorgd maar sober parement. Het discrete reliëf is opgebouwd uit getrapte profiellijsten, paneelwerk en gecanneleerde friezen, aangevuld met de gebruikelijke bloemenkorven als ornament boven de deur en in het topstuk. Het houten schrijnwerk van de vensters, en het smeedijzer van de vleugeldeur en de venstertralies bleven bewaard; het voortuinhek werd verwijderd.
De plattegrond volgt de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de traphal. Volgens de bouwplannen omvat de lage begane grond de vestibule, de spreekkamer, de garage en de keuken. De bel-etage vormt een doorlopende suite aan beide zijden van de traphal, met het salon en fumoir vooraan, de eetzaal, een ‘studio’ en het terras achteraan. Op de tweede verdieping bevinden zich twee slaapkamers, een 'cabinet de toilette' en een badkamer, en op de derde verdieping drie overige kamers en een donkere kamer. Tot de verdere uitrusting behoren een diensttrap met office per verdieping, een personen- en een keukenlift; het sanitair is gegroepeerd in de achterbouw. Het interieur, gekenmerkt door het gebruik van stucwerk, parket en marmeren schouwen, is in zijn totaliteit vrij goed bewaard. Opvallend zijn de inkomhal in wit en zwart marmer, en de traphal met een volledig houten trap onder een bovenlicht uit veelkleurig glas in lood.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1928#30652 en 1930#35735.