Burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van Jos Van Rompaey, naar een ontwerp door Raymond Ceurvorst uit 1926. Het ontwerp behoort tot het vroege oeuvre van de architect, wiens loopbaan kort na de Eerste Wereldoorlog van start ging. Een gemeenschappelijk kenmerk van zijn burgerhuizen uit de jaren 1920, is de conventionele gevelcompositie in combinatie met een discrete art-deco-ornamentatie.

Deze rijwoning met een natuurstenen lijstgevel omvat drie bouwlagen onder een leien pseudo-mansarde. De compositie deelt de gevel op in een sokkel met schijnvoegen, en een bovenbouw geflankeerd door kolossale pilasters met een decoratief topstuk. De klemtoon ligt op de bel-etage, die is uitgewerkt als een bow-window met rondbogen. Hierop sluiten een balkon en drielichten aan, doorlopend tot in de mansarde. Het geveldecor bestaat uit geometrisch lijstwerk, typisch gecanneleerde pilasters, en ornamenten in een florale art deco. Het gevernist houten vensterschrijnwerk en het art-decosmeedijzer van de garagepoort en de deur bleven behouden, het voortuinhek is slechts gedeeltelijk bewaard.

De plattegrond volgt de typologie van de bel-etagewoning, met oorspronkelijk de vestibule, de garage en de keuken op de begane grond. De bovenverdiepingen zijn volgens de bouwplannen georganiseerd rond de centrale traphal met bovenlicht. Op de bel-etage bevindt het salon zich aan de straatzijde, en de eetkamer met office en overdekt terras aan de tuinzijde. De tweede verdieping omvat twee slaapkamers en een badkamer, de mansarde twee voor- en een achterkamer.