Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Jules Meulenberghs, naar een ontwerp door de architect Alfred Portielje uit 1922. Voor dit perceel was al in 1920 een bouwvergunning verleend aan Florent Léonard, die hier een woning wilde laten bouwen door architect Edouard Van Opstal maar uiteindelijk van zijn plannen afzag. Jules Meulenberghs was sinds 1919 vennoot in de firma Meulenberghs & C°, het makelaarskantoor in verzekeringen opgericht door zijn broers Jos en John C. Meulenberghs in 1911. Voor deze laatste ontwierp Portielje later in 1922 een vrijwel identieke woning op het tegenoverliggende perceel nummer 120, een bouwproject dat geen doorgang vond.

Alfred Portielje, wiens carrière zowat vijftien eerder van start was gegaan, bediende zich in deze periode voor residentiële architectuur even vaak van de klassieke beaux-artsstijl als de pittoreske cottagestijl. Zijn belangrijkste realisatie uit de vroege jaren 1920 is het "British Dominions House", het monumentale kantoorgebouw van de verzekeringsmaatschappij Eagle Star op de hoek van de Meir en de Huidevettersstraat. Tussen 1926 en 1934 vormde hij een succesvolle associatie met architect Jan De Braey, die zich onder meer toelegde op het appartementsgebouw van hoge standing, destijds een nieuwe typologie.

De veeleer smalle rijwoning met een lijstgevel in natuursteen, telt vier bouwlagen onder een plat dak. In overeenstemming met de ruimtelijke opbouw van het interieur, plaatst de gevelcompositie de bovenverdiepingen op een lage geboste sokkel. De klemtoon ligt op de bel-etage die als bow-window is uitgewerkt, waarboven een balkon en een drielicht met entablement en gebogen fronton. Een cartouche met guirlandes en een console vormen het neo-Lodewijk XVI-decor. Het smeedijzer van de korfboogpoort, de venstertralie en de balkonborstwering bleven bewaard, het voortuinhek werd verwijderd.

Naar analogie met de typologie van de bel-etagewoning, omvatte de begane grond oorspronkelijk een kantoor, het trappenhuis en de keuken, hier geflankeerd door een koetspoort. Volgens de bouwplannen vormt de bel-etage een doorlopende suite, met achtereenvolgens het salon, de hal, de eetkamer met office, de veranda onder een octogonaal bovenlicht en het terras. Twee slaapkamers en een badkamer, een logeerkamer en mansardes, nemen de twee bovenverdiepingen in.

Nummers 9, 27, 41, 45, 80, 84, 109, 135, 137, 139. Sobere natuurstenen lijstgevels met weinig uitgesproken decoratie verwijzend naar diverse stijlen: art deco (nummers 27, 43, 139 en 84), neo-Lodewijk XV (nummer 109) en neo-Lodewijk XVI (nummers 137, 80). Opvallend zijn de gevelbrede (overwegend gebogen) erkers op tweede bouwlaag met meestal bekronende ijzeren balkonleuning op derde bouwlaag. Diverse muuropeningen. Fraaie ijzeren deuren; nummers 9, 27 en 43 met garagepoorten op begane grond, nummer 135 naar ontwerp van R. Ceurvorst (inscriptie) met recentere rechthoekige garagepoort in kelderverdieping, nummer 84 naar ontwerp van F. De Mont (circa 1910). IJzeren afsluitingen.