Burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van Georges Van Biesebroeck, naar een ontwerp door Adolphe Van Coppernolle uit 1928. De architect, die in 1930 met de club "Claridge" in de Anneessensstraat een van de meest stijlvolle voorbeelden van art deco in Antwerpen zou realiseren, paste hier nog een veeleer ingetogen vormgeving toe.

Het rijhuis met een natuurstenen lijstgevel van twee ongelijke traveeën, telt vier bouwlagen onder een plat dak. De asymmetrische compositie legt de klemtoon op het zijrisaliet, met een bow-window op de bel-etage en een schouderboogvormige kroonlijst als afwerking. Horizontaal wordt de gevel opgedeeld, in een lage sokkel met schijnvoegen, een bovenbouw en een attiek. Het decor is beperkt tot sierlijsten, een bloemenfries en -guirlandes in een florale art deco. De houten deur en garagepoort met een typisch bloemenkorfmotief in het smeedijzer zijn nog oorspronkelijk; het vensterschrijnwerk is vernieuwd, het voortuinhek werd verwijderd.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, met de inkom, de garage en oorspronkelijk de keuken op de begane grond. Het interieur is georganiseerd rond de centrale traphal met bovenlicht, ontdubbeld door een diensttrap. Volgens de bouwplannen omvat de bel-etage een fumoir en salon aan de straat, een eetkamer in de middenzone, en een veranda met zitkamer en terras aan de tuin. De tweede verdieping biedt ruimte aan vier slaapkamers en een badkamer, de derde verdieping aan twee mansardes en een zolder.