is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Appartementsgebouw, architectenwoning Jan De Braey
Deze vaststelling is geldig sinds
Appartementsgebouw in sobere art-decostijl naar een ontwerp door de architecten Alfred Portielje en Jan De Braey uit 1931. Het complex werd opgetrokken voor eigen rekening van De Braey, die er vervolgens ook een appartement betrok. Naar stijl, volume en indeling is het gebouw sterk verwant met een flatgebouw even verderop in de Jan Van Rijswijcklaan, eveneens ontworpen door Portielje en De Braey in 1932. De architectuur vertoont enige invloed van de Amsterdamse School, echter zonder de typische ornamentiek.
Beide gebouwen zijn representatief voor de productie van Portielje en De Braey, die een gezamenlijke praktijk voerden vermoedelijk van 1926 tot 1934. Portielje was toen al een twintigtal jaar actief als zelfstandig architect, terwijl De Braey tot dan zijn vader Michel De Braey had geassisteerd. De associés legden zich vooral toe op de bouw van appartementsgebouwen van hoge standing, een nieuwe typologie in de jaren 1920, maar ontwierpen ook burgerhuizen en villa’s voor de betere kringen, zowel in neotraditionele en beaux-artsstijl als in een gematigde art deco. De carrières van beide architecten, die vanaf 1935 hun eigen weg gingen, kwamen tot een eind in de latere jaren 1950.
Het gebouw met een structuur in gewapend beton telt twee brede traveeën en zes bouwlagen onder een plat dak. De voorgevel is opgetrokken uit natuursteen en gele Belvédère-baksteen, in een typisch metselverband met diepe horizontale voegen. De asymmetrische compositie legt de klemtoon op de zij-as, door een over de bovenverdiepingen oplopende driezijdige erker. Horizontaal wordt de gevel opgedeeld in een sokkel, een bovenbouw belijnd door een gecanneleerde fries en de kroonlijst, en een attiekverdieping met doorgetrokken postamenten. Deze topgeleding krijgt een extra accent door een centrale loggia met een smeedijzeren leuning en een pittoresk luifeldak (leien). Het oorspronkelijk stalen schrijnwerk is volledig vernieuwd.
De plattegrond omvat een voor- en een achterbouw verbonden door een smalle middenzone tussen lichtschachten, waartegen het ovale trappenhuis met de lift aanleunt. De indeling beslaat één appartement per bouwlaag, waarbij de benedenwoning aan ruimte inboet door de centrale vestibule en de garage. Volgens de bouwplannen bieden de appartementen op de verdiepingen vooraan ruimte aan een woon- en eetkamer, met aansluitend de hal, de keuken en de office. Achteraan bevinden zich drie slaapkamers, de middelste met een tweezijdige erker, een badkamer en een meidenkamer.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De personenlift in de ovale trappenhuis werd in 1930 in een open schacht geïnstalleerd door de liftenbouwer J. Dillen en achteraf aangepast door E. Thièry. De elektrische lift met metalen ophangsysteem biedt plaats aan vier personen (nominale last: 300 kg) en ontsluit zeven niveaus. Metalen hekwerk met gaaswerk bovenop een betegelde betonnen borstwering sluit de open schachtzijden af. Stalen harmonicadeuren met koperen handgreep sluiten de bordessen af. Bij alle bordesdeuren bevindt zich een origineel koperen plaatje met oproepknop en lampje. De liftkooi heeft een plankenhouten vloer, houten kooiwanden met telkens een glasraam en een houten plafond met centraal een (niet-origineel) verlichtingselement. Binnenin de kooi bevinden zich een gegraveerd koperen bedieningspaneel met originele drukknoppen en een naamplaatje van de liftenbouwer met vermelding ‘Lift J. Dillen draagvermogen 300 kg of 4 personen’. De oorspronkelijke liftaandrijving is niet meer aanwezig in de machinekamer in de kelderverdieping.
Is deel van
Jan Van Rijswijcklaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw, architectenwoning Jan De Braey [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212788 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.