erfgoedobject

Résidence Van Rijswijck

bouwkundig element
ID
212790
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212790

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Résidence Van Rijswijck
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als unesco werelderfgoed bufferzone Huis Guiette: buffer
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Geheel van twee flatgebouwen in art-decostijl, opgericht als een complex met huurappartementen door de ondernemer François Amelinckx-Van Haelst. De eerste bouwfase betrof het hoekgebouw met de Populierenlaan, ontworpen door architect Jan Van Weert in 1929. Het werd naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling van 1930 opgetrokken door aannemer Félix De Raedt, en omvatte in totaal negentien appartementen. Na de voltooiing kwam vanaf 1931 als tweede bouwfase het aanpalende gebouw met nogmaals veertien appartementen tot stand. Of Van Weert ook hierbij als architect betrokken was is onduidelijk. "Résidence Van Rijswijck" was vermoedelijk het eerste grote investerings- en vastgoedproject van de latere Entreprises Générales François Amelinckx. Opgericht in 1936 zou dit Antwerpse vastgoedbedrijf na de Tweede Wereldoorlog uitgroeien tot één van de twee grootste bouwpromotoren in België - naast de firma Etrimo - gespecialiseerd in residentiële hoogbouw. Van Weert, die als architect debuteerde omstreeks 1900, realiseerde in dezelfde periode de imposante gemeentelijke meisjesschool van zijn woonplaats Merksem.

Op 3 december 1937 verwoestte een zware brand de twee bovenste verdiepingen van het hoekgebouw, dat ondanks een betonstructuur en brandvrije vloeren nog met een volledige houten dakconstructie was opgetrokken. Nog dezelfde maand diende Amelinckx een bouwaanvraag in voor de heropbouw in gewijzigde vorm, naar een ontwerp van architect Marc Segers. Later onderging de topgeleding van het aanpalende gebouw dezelfde aanpassingen, en werd het globale complex met een bijkomende verdieping verhoogd.

Het imposante complex neemt een prominente ligging in aan het eindpunt van de Boomsesteenweg - de belangrijkste invalsweg tot Antwerpen uit de richting Brussel – als pendant van het tegenoverliggende flatgebouw van de Commissie voor Openbaren Onderstand. Zeker in zijn oorspronkelijke vorm werden de architectuur gekenmerkt door een eerder traditioneel geïnspireerde vormgeving, met slechts bescheiden art-deco-accenten in de ornamentatie. Bepalend voor het karakter was het dubbelhoge mansardedak met opvallende mijtervormige dakvensters, dat na de brand werd heropgebouwd tot een volwaardige verdieping met kantelen als bekroning, en aanvankelijk één, later twee terugwijkende dakverdiepingen. Het oorspronkelijk zeven bouwlagen tellende complex onder een mansardedak, omvat vandaag negen bouwlagen onder een plat dak, met een gevelfront dat zich over vijftien ongelijke traveeën uitstrekt.

Het baksteenparement maakt opmerkelijk gebruik van niet egaal gekleurde baksteen in rood- en geeltinten, opvallend verwerkt met hoekblokken, hoekkettingen en een sokkel in natuursteen. Beide bouwfasen hebben een haast identieke symmetrische gevelcompositie gemeen, slechts onderscheiden door een afwijkend ritme van twee- en drielichten. De gekoppelde voorgevels worden verticaal gemarkeerd door oplopende bow-windows met een smeedijzeren balkon in de zijtraveeën, waarbij oorspronkelijk de dakkapellen aansloten; de zijgevel van het hoekgebouw vertoont dezelfde opbouw echter met per twee gebundelde bow-windows. In het hoekgebouw worden het portaal met de huisnaam in het boogveld en de overhoekse penant versierd door bloemenkorven; de vestibule is uitgevoerd in rood mamer. Verder is de pui van beide panden grotendeels verbouwd, en kreeg het parement van de dakverdiepingen een bekleding in latwerk.

Het oorspronkelijke complex omvatte volgens de bouwplannen in totaal 33 appartementen en drie winkels met woonst, en was uitgerust met een conciërgewoning, 23 zowel boven- als ondergrondse autogarages, meidenkamers en bergplaatsen onder het dak. Op de toegevoegde dakverdiepingen kwamen hier later nog eens tien appartementen bij. Beide gebouwen zij georganiseerd rond een centraal trappenhuis met lift, waarbij het hoekgebouw drie appartementen per verdieping telt, en het aanpalende gebouw twee. Alle appartementen met uitzondering van één benedenwoning bestaan uit een salon en eetkamer, drie slaapkamers, een badkamer en een keuken. In het hoekgebouw hebben de flats een gelijkwaardige oppervlakte, maar is de indeling sterk afwijkend en complex georganiseerd om de hoekinplanting maximaal te benutten. Het aanpalende gebouw is overzichtelijk ingedeeld met identieke appartementen in spiegelbeeld.


Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Résidence Van Rijswijck [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212790 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.