Burgerhuis in modernistische stijl gebouwd in opdracht van Antoine Herbosch, naar een ontwerp van architect Carlos Van der Voodt uit 1936. Antoine Herbosch was vermoedelijk een naaste verwant van de scheepsbouwer Maurice Herbosch, die in 1937 het achterliggende hotel Max von der Becke in de Koningin Elisabethlei verwierf. Herbosch liet in 1956 op het aanpalende perceel (nummer 24) een meergezinswoning met twee appartementen optrekken, waarbij architect Victor Blommaert zich voor het gevelontwerp inspireerde op de bestaande woning. Beide panden lijken daardoor één geheel te vormen, en zijn sinds de omvorming tot kantoren vandaag ook met elkaar verbonden.

De woning Herbosch is representatief voor het gematigde modernisme dat Van der Voodt in zijn ontwerpen uit de jaren 1930 ontplooide. Uit deze periode dateert ook de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt Ontvangen (Kapelstraat zonder nummer, Kontich), die een tweede vermelding kreeg in de Prijs Van de Ven 1934. De koerswijziging ten opzichte van zijn debuutwerk in beaux-artsstijl, moet vermoedelijk worden toegeschreven aan de invloed van Paul Smekens, met wie hij vermoedelijk van 1927 tot 1931 geassocieerd was. In zijn naoorlogse productie zette de architect deze trend in eigentijdse vorm voort.

De rijwoning met een lijstgevel in natuursteen telt drie bouwlagen onder een plat dak. Symmetrisch van opbouw, onderscheidt de sobere gevelcompositie zich door een vlakke gevelbehandeling en een verzorgd parement in een groot en regelmatig steenverband. In overeenstemming met de interieurindeling, legt een brede rechthoekige erker met drielicht en aansluitend balkon de klemtoon op de bel-etage. Opvallend zijn het boven de puilijst doorlopende bovenlicht van de garage en de inkomhal, en het klassieke hoofdgestel dat de gevel afwerkt. Het schrijnwerk werd wellicht op de vlakke deur na vernieuwd; een sierlijke smeedijzeren venstertralie en de eenvoudige borstweringen bleven behouden. Hetzelfde geldt voor het hek en de bestrating met ster van de voortuin.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, georganiseerd rond de ruime traphal in het centrum van de woning. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond vooraan ruimte aan de garage, de inkomhal en de vestiaire. Voorbij de traphal worden de eetkamer en de veranda geflankeerd door de keuken met office, waarbij het terras de overgang vormt naar de tuin. De woonkamer neemt de volledige breedte van de bel-etage in aan de straatzijde; de grote slaapkamer met en suite badkamer bevindt zich aan de achterzijde. Later uitgebreid omvatte de tweede verdieping, bereikbaar via een tweede trap, oorspronkelijk nog eens drie slaapkamers.