Herenhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Antoine Arts, naar een ontwerp door de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié uit 1935. Antoine Arts (1892-1950) was mede-eigenaar van het familiebedrijf G. Arts en Zonen, uitbater van de bekende kledingzaken "Modepaleis" en "Sint-Andries" in de Nationalestraat. Later was hij rechter aan de Handelsrechtbank, en richtte in 1948 samen met de chirurg Leon Dierckxssens het Sint-Lucasziekenhuis in Ekeren op. Het gezin Arts-Hedgren, dat voordien op het nummer 56 woonde, telde acht kinderen.
Het hotel Arts-Hedgren is representatief voor de latere productie residentiële architectuur van het bureau De Coninck en Potié, dat na een dertigtal jaar activiteit ontbonden werd in 1937. De associés, die in de jaren 1920 de pittoreske cottagevilla's tot hun handelsmerk maakten, bekeerden zich een decennium later tot een Frans georiënteerde neorococo-idioom. Vergelijkbaar zijn de gekoppelde woningen Van Dessel en Diels van een jaar eerder in de Van Putlei. Na 1937 zette Potié zijn praktijk alleen voort.
Deze diepe rijwoning in halfopen bebouwing met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat twee bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). Het gebouw geflankeerd door de achterliggende garage, is opgetrokken uit bak- en natuursteen. De voorgevel ontleent zijn inspiratie aan het Franse 18de-eeuwse hotel, met een neo-régencedecor en een klassiek hoofdgestel. De compositie is opgebouwd uit regelmatige registers van kwartholle rondboogvensters op de begane grond, omlijste steekboogvensters op de verdieping, beide met rolwerksleutels, en dakkapellen met een gebogen pseudo-fronton in de mansarde. De klemtoon ligt discreet op de bredere middenas, bepaald door het korfboogportaal met een cartouchesleutel, een ondiep balkon, en een dakkapel met schouderstukken. Voor een sierlijk accent zorgt het smeedijzer van de balkonborstwering en de vensterleuningen, eveneens naar 18de-eeuws model. Het gevernist houten schrijnwerk van de deur en vensters is bewaard, net als het integrale voortuinhek. In de zijgevel met een dienstingang, geeft een groot boogvenster de traphal aan.
De plattegrond is georganiseerd rond de ruime traphal centraal in de woning, ontdubbeld door een diensttrap. Volgens de bouwplannen bevindt een kantoor zich links van de vestibule aan de straat. Een doorlopende suite van salon en eetkamer rechts hiervan, mondt aan de tuinzijde uit in de ruime woonkamer, oorspronkelijk met een overdekt terras, die wordt geflankeerd door de office en de keuken. Beide bovenverdiepingen in L-vorm bieden ruimte aan in totaal negen slaapkamers, twee badkamers en linnenkamers, een studeerkamer en een speelkamer.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136005 (geraadpleegd op ).
Nummers 16 en 28. Dubbelhuizen uit het tweede kwart van de 20ste eeuw met neorococodecoratie.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136106 (geraadpleegd op ).