Voornaam herenhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Xavier de Beukelaer, naar een ontwerp van architect Emile Vereecken uit 1910. De bouwheer Louis-Xavier de Beukelaer (1872-1951), gehuwd met Marthe Hartog (1877-1956), had een dochter en twee zonen geboren in 1901, 1902 en 1910. Zelf was hij de jongste zoon, medezaakvoerder en latere opvolger van de likeurstoker François-Xavier de Beukelaer (1838-1917), uitvinder en fabrikant van het bekende Elixir d’Anvers.
Emile Vereecken begon zijn loopbaan omstreeks 1890, op het architectenbureau van zijn vader Jean Baptiste Vereecken. Het ontwerp van het hotel de Beukelaer is representatief voor de overladen beaux-artsstijl, die hij vóór de Eerste Wereldoorlog in zijn zelfstandige realisaties tot ontwikkeling bracht. Zijn belangrijkste en meest monumentale creatie uit deze periode is het kantoorgebouw Bunge & C° in de Arenbergstraat.
De brede en diepe rijwoning met een natuurstenen lijstgevel van vier traveeën, omvat een souterrain en drie bouwlagen onder een plat dak. Het imposante gevelfront is opgebouwd volgens een klassiek schema, horizontaal opgedeeld in een hoge sokkel met schijnvoegen en een door pilasters geritmeerde bovenbouw. De asymmetrische compositie van de bel-etage beantwoordt aan de ruimtelijke indeling van het interieur, waarbij het rondboogportaal de centrale vestibule aangeeft. Een driezijdige erker met balkon legt de klemtoon op de hoofdvertrekken die in de twee zijtraveeën zijn gesitueerd. De bovenbouw vertoont een regelmatige ordonnantie, met rechthoekige vensters onder entablementen op de eerste, en steekboogvensters op de tweede verdieping. Het hoofdgestel bestaat uit een kroonlijst op zware voluutconsoles, met een gekanteelde blinde attiek erboven. De zwaar aangezette ornamentatie vormt een vrije interpretatie van de Lodewijk XVI-stijl, en bestaat hoofdzakelijk uit guirlandes, een leeuwenkop, medaillons, postamenten en een sluitsteen met blad- en rankwerk. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters bleef behouden, net als de smeedijzeren keldertralies en het voortuinhek. De verzorgde achtergevel uit bak- en natuursteen, vandaag beschilderd, onderscheidt zich door een monumentale rotonde op de bel-etage.
De plattegrond vertoont de typologische kenmerken van een woning voor de vermogende burgerij, met een opdeling in ontvangst- en privé-vertrekken, dienstlokalen en -circulatie. De vestibule met spreekkamer leidt vanaf de straat naar de grote hal met staatsietrap en bovenlicht, die de centrale ruimte vormt van het hotel. De bel-etage wordt volgens de bouwplannen over de volledige diepte van het gebouw ingenomen door een doorlopende suite, samengesteld uit het salon, de eetkamer, en de veranda met bovenlicht. Deze mondt aan de tuinzijde uit in een rotonde die dienst doet als fumoir en uitgeeft op het terras. Op de eerste verdieping bevinden zich drie grote privé- of slaapkamers waarvan één met 'cabinet de toilette', een badkamer en twee kleine achterkamers; vijf overige kamers vormen de bovenste verdieping. Het souterrain biedt vooraan bij de straat ruimte aan de keuken, het washuis en het personeelsverblijf, en achteraan bij de 'cour anglaise' aan de gebruikelijke voorraad- en wijnkelders. De diensttrap en de keukenlift, verzekeren via de office de bediening door het inwonende personeel. Het perceel wordt achteraan afgesloten door een dubbele garage (Lokkaardstraat 29), een constructie van twee bouwlagen en drie traveeën met chauffeurskamers op de verdieping.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136061 (geraadpleegd op ).
Nummers 76 en 96. Dubbelhuisopstand met erkers en balkon. Neo-Lodewijk XV-decor.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136114 (geraadpleegd op ).