Appartementsgebouw in sobere art-decostijl, opgetrokken naar een ontwerp door architect François Dens uit 1931. De opdrachtgever was Norbert David Rosenfeld (°Krakau, 1887), die vijf jaar eerder verderop een woning had laten bouwen door architect Hendrik Delvaux. Na het vroegtijdige overlijden van Rosenfeld in 1932, werd het bouwproject verdergezet door diens weduwe Rebecca Figatner (°Antwerpen, 1896). Het complex maakt deel uit van het bouwblok bestemd voor hoge flatgebouwen tegenover het vroegere Wilrijkseplein. De oorspronkelijke geplande achtste bouwlaag werd nochtans afgewezen.

François Dens, die als architect actief was vanaf 1906 tot begin jaren 1950, ontplooide een succesvolle loopbaan in dienst van de burgerij en het bedrijfsleven. Al vanaf de vroege jaren 1920 legde hij zich toe op het grotere appartementsgebouw van hoge standing, dat in stijl evolueerde van beaux-arts, over art deco naar een zakelijk modernisme. Door hun inplanting aan de grote invalswegen en rond het Stadspark, gaf Dens al in een vroeg stadium mee de aanzet tot een schaalvergroting, die zich in de naoorlogse periode in snel tempo zou doorzetten. Aan de Jan Van Rijswijcklaan tekende hij in totaal voor zes flatgebouwen. Daarvan is het in 1932 ontworpen appartementsgebouw Kleinberg op nummer 141, het meest verwant met de Rosenfeld-Figatner-flat. Van exact hetzelfde maar dubbele type is het appartementsgebouw dat Dens later in 1931 op de Van Eycklei ontwierp in opdracht van de vastgoedmaatschapij "ICA".

Opgetrokken met een betonskelet telt het gebouw zeven bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel van twee brede traveeën kenmerkt zich door de vlakke behandeling van het natuurstenen parement. De compositie legt de klemtoon op de rechtertravee, met een over de bovenverdiepingen oplopende, driezijdige erker. In de linkertravee met gestapelde drielichten, wordt het rijzige karakter gebroken door een meer uitgesproken geleding, aangegeven met balkons en vensternissen. Een opvallend detail daarbij is de afgeronde hoekpenant van de topgeleding. Het oorspronkelijke stalen schrijnwerk is grotendeels vernieuwd; de fijne smeedijzeren borstweringenen het voortuinhek bleven behouden.

Het gebouw is opgetrokken op een L-vormige plattegrond met een zijdelingse lichtschacht, en omvat één appartement van hoge standing per verdieping. Het trappenhuis met lift bevindt zich in het verlengde van de inkomhal; de garage, de conciërgeloge en -woning, en privé-kelders vullen de begane grond verder in. Volgens de bouwplannen bieden de appartementen vooraan ruimte aan een eetkamer en salon aansluitend bij een ruime hal, met in de middenzone de keuken met terras, stortkoker en een meidenkamer. In de achterbouw bevinden zich drie slaapkamers - de twee grootste met een driezijdige of overhoekse erker - en een badkamer, verbonden door een lange gang.