Burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van de ongehuwde Maria Suy, naar een ontwerp door Adolphe Van Coppernolle uit 1926. De architect, die in 1930 met de club "Claridge" in de Anneessensstraat een van de meest stijlvolle voorbeelden van art deco in Antwerpen zou realiseren, paste hier nog een veeleer ingetogen vormgeving toe. Omgevormd tot kantoren maakt het gebouw vandaag deel uit van het complex van de Bank Delen.

Met een gevelbreedte van drie traveeën telt de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De natuurstenen lijstgevel onderscheidt zich door een evenwichtige, symmetrische compositie, die de indeling van het interieur weerspiegelt. Opgebouwd uit een lage sokkel met korfbogen en een bovenbouw met drielichten, legt een bow-window de klemtoon op de bel-etage. Bij deze bow-window waarvan de gewelfde bodem met een decor van bloemenranken is bewerkt, sluit een eikenbladguirlande aan als omlijsting van de bovenste verdieping. Even verfijnd als de gesculpteerde ornamentatie is het smeedijzer van de brede inkomdeur en de garagepoort, een venstertralie en de balkonborstwering, in een florale art deco met sierlijke spiraalmotieven en bloemkorven. Het gelijkaardige voortuinhek werd helaas verwijderd, en ook het vensterschrijnwerk is vernieuwd.

De plattegrond volgt de typologie van de bel-etagewoning, en is georganiseerd rond de centrale traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond naast de inkomhal en de garage ruimte aan de keuken. Op de bel-etage neemt het fumoir over de volledige breedte de straatzijde in, en de eetkamer met een overdekt terras de tuinzijde. Een privé-salon en de slaapkamer met badkamer en terras vormen de tweede verdieping, twee mansardes en een zolder het dakniveau.