Herenhuis in traditionalistische stijl gebouwd in opdracht van P. Mintiens, naar een ontwerp van architect Hugo Van Kuyck uit 1967. De rijwoning in halfopen bebouwing vormt een geheel van twee gekoppelde stadsvilla's met de woning Boydens (nr. 222), ontworpen door architect Geo Demeulemeester in 1955. Een voorafgaand ontwerp van Van Kuyck uit 1966, met een grotere dakuitbouw in hout, werd geweigerd wegens overschrijding van de bouwdiepte. Voor zover bekend is de woning Mintiens één van de weinige privé-woningen die door Van Kuyck werden gerealiseerd. Zijn oeuvre wordt met name in de naoorlogse periode beheerst door grootschalige bouwprogramma's als sociale huisvestingscomplexen, kantoor- en bedrijfsgebouwen, met een belangrijk aandeel hoogbouw.

Het gebouw met een gevelbreedte van drie traveeën aan de straat, omvat twee bouwlagen onder een half schilddak (leien). De sobere architectuur beantwoordt aan de dominante behoudende tendens in de naoorlogse residentiële bouwpraktijk. Volume, vormgeving en materiaalgebruik werden vermoedelijk ingegeven door de architectuur van het twaalf jaar oude buurpand. De eenvoudige lijstgevels kregen een parement in baksteen, met vlakke deur- en vensteromlijstingen in natuursteen en een plint in arduin. Evenwicht en regelmaat beheersen de compositie, die uit registers van rechthoekige vensters bestaat, met een breed middenportaal in de zijgevel, en een ondiepe loggia in de achtergevel. Het gevernist houten schrijnwerk en het voortuinhek in staalbuis bleven bewaard.

De plattegrond volgt de conventionele typologie van een woning voor de vermogende burgerij, uitgerust voor inwonend personeel. De ruime hal met een halfcirkelvormige wenteltrap en een vestiaire, deelt de begane grond over de volledige breedte op. Volgens de bouwplannen bevinden zich aan de straatzijde een kantoor en een spreekkamer, en aan de tuinzijde de eetkamer met terras, die wordt geflankeerd door de keuken, de diensttrap en een naaikamer in uitbouw. De eerste verdieping biedt ruimte aan de woonkamer, een grote en een kleine slaapkamer, beide met en suite badkamer. Het dakniveau omvat een logeerkamer, de woon- en slaapkamer van de conciërge en een meidenkamer, alle drie uitgerust met een kleine badcel.