Geheel van twee meergezinswoningen in sobere art-decostijl, gebouwd in opdracht van August Broeckx en C°, naar een ontwerp van architect François Dens uit 1927. De gekoppelde rijhuizen conformeren zich uiterlijk aan de typologie van de stadsvilla, die in de bouwvoorschriften voor dit gedeelte van de Jan Van Rijswijcklaan werd opgelegd. Hoewel ook de bouwplannen de indruk proberen te wekken van twee eengezinswoningen, verraadt de indeling van de plattegrond overduidelijk een opdeling in drie appartementen per pand van bij het concept. Een jaar later ontwierp Dens voor dezelfde opdrachtgever een imposant flatgebouw op de hoek van de Jan Van Rijswijcklaan met de Karel Oomsstraat. Aannemer P. Lecluyse & Zonen was in beide gevallen verantwoordelijk voor de bouw.
François Dens, die actief was vanaf 1906 tot begin jaren 1950, ontplooide een succesvolle loopbaan in dienst van de burgerij en het bedrijfsleven. Tijdens het interbellum legde hij zich vooral toe op het grotere appartementsgebouw van hoge standing, maar ontwierp ook tal van burgerhuizen en villa's, die in stijl evolueerden van beaux-arts, over art deco naar een zakelijk modernisme.
Het complex in bak- en natuursteen omvat vier bouwlagen, waarvan de twee bovenste aan de straatzijde als een pseudo-mansarde (leien) met steile helling zijn opgevat. Het gevelfront van zes ongelijk traveeën vormt een volkomen symmetrisch geheel volgens spiegelbeeldschema. Het wordt gemarkeerd door de twee gekoppelde rondboogportalen op zuiltjes in de middenas, en de flankerende risalieten met een karakteristieke in- en uitgezwenkte bekroning. Deze risalieten krijgen een extra klemtoon door oplopende driezijdige erkers, die de woonkamers van de flats aangeven. Het topvenster, opgenomen in een dubbele rij dakkapellen, valt daarbij op door zijn paraboolboogvorm. Typisch is ook het geometrische art-decopatroon van de deuren, de borstweringen en het grotendeels bewaarde voortuinhek. Het houten vensterschrijnwerk met gestrekte roedeverdeling in de bovenlichten, bleef enkel in nr. 230 integraal behouden.
De plattegrond van de appartementen omvat een woonkamer, twee slaapkamers, een nevenkamertje, een keuken met terras en een badkamer. De benedenwoning boet iets aan ruimte in door de gemeenschappelijke inkomhal; het bovenste dakniveau is opgedeeld in mansardekamers.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1927#26310; foto FOTO-OF#6020.