Woning in eclectische stijl met cottage- en art-nouveau-inslag, in 1909-1912 gebouwd in opdracht van het echtpaar Hallez; eenvoudig bijgebouw achteraan (nok loodrecht op de straat), voorheen kolenhok, wasplaats, paardenstal. Van de vroegere brouwerij bleef niets bewaard.

Speels opgebouwd woonhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder overkragende zadeldaken, afgewerkt met windborden en drakenkopversiering (nok parallel aan en loodrecht op de straat, kunstleien en pannen).

Combinatie van lijst- en topgevels, uitgevoerd in baksteen en arduin; opvallend zijn vooral de risalietvormende verhoogde zijtravee. Linkertravee met hal en trapzaal, opgevat als manke puntgevel, met trapvormig opgebouwde vensters; deurpartij met houten balkon, waarvan de hoekstijlen doorlopen naar een beglaasde erker onder het dak; rechthoekige deur met kroonlijst en hoefijzerboogvormig bovenlicht van gekleurd glas in lood, gevat in uitwaaierende omlijsting van arduin. Soberder rechter risaliet met doorgang modo garage, waarin segmentboogpoort. Eenvoudige achtergevel met origineel tochtportaal van ijzer en glas; vernieuwde luifel.

Interieur: ruime, overvloedig verlichte inkomhal gedomineerd door een houten bordestrap met sierlijk uitgewerkte trappaal en -spijlen (pitchpine). Salon met witmarmeren schoorsteen in neo-Lodewijk-XVI-getinte stijl met uitschuifbaar kacheltje en kacheldeurtjes uit bouwperiode; eetplaats met zwartmarmeren schoorsteen in neoclassicistische trant, volgens eigenares afkomstig van een huis in Antwerpen. Plafonds van trapzaal en leefruimten met versieringen in stuc. Voormalige keuken met typische lambrisering van ivoorkleurige tegels met afgeschuinde kantjes en beglaasde deur met gezandstraald motief; huidige keuken in aangepast bijgebouw.