Het zogenaamd Groot Park of Park schepen de Wolf bevindt zich ten zuidoosten van het stadscentrum van Aalst in het Osbroek. Het Stadspark werd opgekocht in 1910-1911 en werd in 1915-1916 aangelegd door Louis-Julien Breydel. Het park is voornamelijk bekend omwille van de grote diversiteit aan bomen.
Het idee om van een gedeelte van het Osbroek een park te maken ontstond in de kringen van vooraanstaande welstellende burgers bij het begin van de Eerste Wereldoorlog, dit in navolging van het idee voor de aanleg van een groots opgezet park dat reeds in de tweede helft van de 19de eeuw tot stand kwam. De toenmalige schepen van openbare werken Désiré De Wolf zette dat idee om in werkelijkheid, nadat schepen van financiën Moyersoen het Osbroek in 1910-1911 had aangekocht voor openbaar nut. Onder zijn beleid werd in 1915-1916 naar ontwerp van tuinarchitect Louis-Julien Breydel (1868-1941) een deel van het Osbroek omgetoverd in een landschappelijk park van 15 hectare, waarvan 1 hectare uit wateroppervlakte bestond. De schepen wilde met de parkaanleg werk verschaffen aan de inwoners van Aalst en hen zo onttrekken aan de opeisingen door de Duitse bezetter. De uitvoering van de werken startte op 24 juli 1915 met 36 werklieden, een aantal dat snel tot 650 arbeiders en 15 toezichters steeg. De laatste boom werd geplant op 29 maart 1916. In totaal werden 5650 (ongeveer 200 soorten) en 34000 struiken geplant. Vele planten werden bezorgd door de toenmalige Duitse stadscommandant, een kasteelheer, die speciale bomen uit zijn domein of elders uit Duitsland liet aanvoeren. In de vijvers werden ongeveer 21000 vissen uitgezet. Het park werd openbaar geopend op 1 juli 1960.
Het park wordt begrensd door de Parklaan ten noordwesten, de Désiré De Wolfstraat in het noordoosten, de Erembodegemstraat in het oosten, het natuurgebied het Osbroek in het zuiden en het sportcomplex aan de westzijde. Een metalen hek en/of een haag sluiten het park af aan de straatzijde.
Het Stadspark bestaat uit verschillende waterpartijen omgeven door grasperken met groepen opgaande bomen doorkruist door slingerende wandelpaden. In het park zijn nog duidelijk de elementen van de landschappelijke aanleg, namelijk in het noordelijk gedeelte met de ballonvijvers, herkenbaar. De strakke, rechthoekige spiegelvijver in het zuidwesten wijst op een meer geometrische aanleg en wordt omgeven door bospercelen aansluitend bij het Osbroek. Enkele van de oorspronkelijke constructies in het park, zoals het tuin-, kaart- en melkhuisje en een sierbrug, zijn bewaard gebleven. Bij het oorspronkelijke ontwerp van het park is veel aandacht besteed aan de zichtassen. Het park is zo aangelegd dat de wandelaar telkens een deel van een vijver, een brugje, een bomen- en een heestergroep ziet. Om tijdens de winter dezelfde zichten te behouden werden veel wintergroene bomen en struiken geplant.
Het park omvat meer dan 100 boomsoorten. De Belgische Dendrologische Inventaris vermeldt de aanwezigheid van volgende merkwaardige bomen in het Stadspark: een Amerikaanse eik (Quercus rubra) met een stamomtrek van 3,75 meter, een gele treurwilg (Salix sepulchalis ‘Chrysocoma’) met een stamomtrek van 3,93 meter, een zwarte walnoot (Juglans nigra) met een stamomtrek van 2,56 meter, een rode beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’) met een stamomtrek van 2,40 meter, een Amerikaanse es (Fraxinus americana) met een stamomtrek van 2,36 meter, een moerascipres (Taxodium distichum) met een stamomtrek van 2,82 meter, een esdoorn (Acer pseudoplatanus ‘Variegata’) met een stamomtrek van 1,19 meter, een Amerikaanse amberboom (Liquidambar styraciflua) met een stamomtrek van 2,03 meter, een meelbes (Sorbus aria) met een stamomtrek van 2,01 meter, een Japanse notenboom (Ginkgo biloba) met een stamomtrek van 2,11 meter, een Noorse esdoorn (Acer platanoides) met een stamomtrek van 2,93 meter, een moseik (Quercus cerris) met een stamomtrek van 3,08 meter, een Noorse esdoorn met bruinrood blad (Acer platanoides ‘Schwedleri’) met een stamomtrek van 2,99 meter, een sequioa (Sequioa sempervirens) met een stamomtrek van 1,83 meter, een treurvorm van gewone hazelaar (Corylus avellana ‘Pendula’) met een stamomtrek van 1,88 meter, een gewone es (Fraxinus exelsior) met een stamomtrek van 3,27 meter, een schietwilg (Salix alba) met een stamomtrek van 4,41 meter, een gewone haagbeuk (Carpinus betulus) met een stamomtrek van 2,81 meter en een gewone robinia (Robinia pseudoacacia) met een stamomtrek van 3,18 meter (opname in 2005/2009).
Auteurs: Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Cox L. 2015: Stadspark Groot Park [online], https://id.erfgoed.net/teksten/172769 (geraadpleegd op ).
Stadspark gelegen bij het Burgemeesterplein, in het Osbroek, opgekocht in 1911. Aanleg in 1916 door Julien Breydel. Befaamd om zijn grote diversiteit aan bomen.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. 1978: Stadspark Groot Park [online], https://id.erfgoed.net/teksten/213 (geraadpleegd op ).