Volkshuis met gevelstenen gedateerd 1914-1922, regionalistische (neotradionele) wederopbouwarchitectuur . Opgevat als imposant symmetrisch breedhuis van acht traveeën met torenvormige uitgewerkte hoek- en middentravee (met toegang). De linkse (oostelijke) hoek is echter nooit tot stand gekomen waardoor de symmetrie verloren is gegaan.
Baksteenbouw van acht traveeën en twee tot drie bouwlagen onder zadeldak met kunstleien. Centraal torenvolume onder tentdak (kunstleien) bekroond door metalen piron, rechtse travee onder plat dak. Lijstgevel gemarkeerd door torenvormige uitgewerkte centrale en laatste travee, deze worden afgeboord door tot tegen de fries aanlopende lisenen. Neotraditioneel uitzicht door het gebruik van sierankers en natuurstenen muurbanden. Blauwe hardstenen puilijst aansluitend op het dito balkon boven de toegangspoort. Borstwering met zandstenen balusters.
Steekboogvormige vensters met zandstenen sluit- en aanzetstenen. Blauwe hardstenen lekdrempels, doorlopend in zandstenen muurband. Rondbogige toegangspoort met blauwe hardstenen omlijsting. Rondboog op imposten, met geriemd waterlijstje en consolevormig uitgewerkte sluitsteen, het balkon ondersteunend. Houten kroonlijst met muizentand, klossen en consoles.
Vernieuwd schrijnwerk. De pui rechts is sterk aangepast, de pui links heeft nog een sierlijke I-balk met rozetten, steunend op blauwe hardstenen imposten op de dito omlijsting.