Huizenrij uit de late 19de, vroege 20ste eeuw, echter met oudere kern. In 1838 kadastraal weergegeven als één volume, vervolgens fasegewijs opgesplitst in verschillende percelen.

Met schijnvoegen bepleisterde baksteenbouw (verankerd) van tien traveeën en twee en een halve bouwlaag onder half schilddak (kunstleien). Sobere lijstgevel met strakke opeenvolging van traveeën. Rechthoekige vensters op het gelijkvloers met grijsgeschilderde blauwe hardstenen lateien en lekdrempels. Op de verdieping rechthoekige vensters met ijzeren hekje en blauwe hardstenen lekdrempels. Vierkante zoldervensters (laadluiken) met houten luiken. Rechthoekige deuren met vlakke grijsgeschilderde blauwe hardstenen omlijsting, deur uiterst rechts met trapeziumvormige sluitsteen. Lijstgevel bekroond door geprofileerde uitkragende bepleisterde fries onder (vernieuwde) houten kroonlijst. In de ontpleisterde rechterzijgevel is de sterk gelede baksteenfries met tandlijst en overhoeks geplaatste bakstenen zichtbaar. Vernieuwd schrijnwerk, de vensters op het gelijkvloers waren oorspronkelijk beluikt.