Laat 18de-eeuwse herenwoning in Lodewijk XVI-stijl. Vermoedelijk nog niet weergegeven op de Ferrariskaart, wel zichtbaar op het primitief kadaster met langgestrekte achterbouw – later verbouwd, nu verdwenen. In 1880 vermeldt het kadaster dat het pand wordt aangekocht om als klooster en school (in de achterbouw) te dienen. Toen vond er ook een "amélioration notable" plaats.

Breedhuis met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen. Lijstgevel met hoekkettingen, gekenmerkt door strakke symmetrie. Vernieuwde blauwe hardstenen plint, vermoedelijk vernieuwde baksteen. De drie centrale traveeën vormen een licht vooruitspringend risaliet bekroond door dakvenster in de vorm van een breed driehoekig fronton met oeil-de-boeuf.

Rijker uitgewerkte middentravee met rondboogdeur op het gelijkvloers en deurvenster op de verdieping, het geheel gevat in een zandstenen omlijsting – geblokt op het gelijkvloers – bovenaan bekroond door een gebogen fronton rustend op gecanneleerde pilasters met kapitelen. Zandstenen balkon op consoles, eenvoudige gietijzeren borstwering. Rechthoekige vensters voorzien van ijzeren hekjes, vlakke zandstenen omlijstingen met trapeziumvormige sluitstenen. Lijstgevel bekroond door een houten kroonlijst op modillons en kwartrond bepleisterde daklijst. In de rechterzijgevel sporen van twee gedichte vensters op de verdieping.

Achtergevel zelfde dubbelhuisopstand, veel soberder uitgewerkt, muurankers. Rechthoekige vensters met (vernieuwde) blauwe hardstenen vlakke omlijstingen, behalve voor de centrale travee, waar de zandstenen omlijstingen met negblokken bewaard zijn. Restant van balkon centraal op de verdieping. De dubbele ontlastingsboogjes tonen het bestaan van nu uitgebroken kruisvensters aan.

Rechts van de woning bakstenen hekpijlers met zandstenen decoratie, bekroond door een arduinen dekplaat met metalen siervazen, ijzeren hek.