Gelegen op het kruispunt van de Stationsstraat en de Noordhoekstraat, net ten oosten van de Sint-Audomaruskerk. Bij de kerk zijn nog talrijke andere relicten in verband met de Eerste Wereldoorlog terug te vinden, waaronder de Belgische militaire begraafplaats.

Historische Achtergrond

Te Adinkerke, een gemeente tegen de Franse grens, lagen tijdens de Eerste Wereldoorlog geallieerde troepen in kantonnement. De militairen richtten hier dan ook verschillende voorzieningen in, zoals medische posten (station, Kerkweg, Cabour), een mortuarium en begraafplaatsen. Er waren in het dorp depots en kampen aanwezig, evenals een bakkerij, een vliegveld, smalsporen en spoorwegen. Zandzakjes voor de loopgraven werden er in de duinen gevuld. De kerktoren werd als observatiepost benut. Na de oorlog werd een gevangenenkamp voor buitenlandse politieke vluchtelingen gebruikt voor de opvang van Belgische vluchtelingen die uit Frankrijk terugkwamen.

Er lieten 18 inwoners van Adinkerke het leven tijdens de Eerste Wereldoorlog. 

Op 19 februari 1922 richtte het gemeentebestuur van Adinkerke een brief aan de gouverneur van West-Vlaanderen waaruit bleek dat de oud-strijdersbond een som van 9.500 oude Belgische Frank had ingezameld voor dit beeld en de gemeenteraad een subsidie had gestemd van 2.000 Belgische Frank. De prijs voor het bronzen beeld van O. Rotsaert dat op dat ogenblik in uitvoering was, bedroeg 12.500 Belgische Frank. De totale kostprijs van het gedenkteken werd op circa 15.400 Belgische Frank geraamd. Het gemeentebestuur vroeg derhalve zowel aan de staat als aan de provincie bijkomende subsidies. Beiden hebben geweigerd.

Octave Rotsaert (Brugge, 1885 - 1964) was een beeldhouwer gevormd aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten te Brugge - waar hij later ook leraar was - en aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Hij realiseerde een vrij groot aantal sterk realistische beelden zoals het ruiterstandbeeld van Koning Albert I nabij het station in Brugge.

Tot in 1940 stond achter het standbeeld een oorlogstrofee (Krupp-kanon) opgesteld, die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers werd verwijderd. De namen van de oorlogsslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog werden in 1950 aangebracht.

Kenmerken

Op een vierkant platform uit hardsteen met vier hoekpaaltjes afgezet, staat op een grote, hoekig geprofileerde, meerdelige hardstenen sokkel een bronzen beeld. Het stelt een soldaat voor, wijdbeens staande, met gekruiste armen gesteund op een geweer met de loop naar boven, het hoofd vastberaden opgeheven, rechts van hem staat een leeuw met opengesperde muil, een poot met uitgestoken klauwen rust op een Duitse helm. Op de sokkel: op de voorkant bovenaan "Gesneuveld voor het vaderland", in het midden de namen van de soldaten en hun foto's geschikt rond twee ineengestrengelde handen en links en rechts een palmtak, onderaan "Hulde aan de Dapperen van Adinkerke en Veurne-Bewesterpoort ter verheerlyking van den Moed en de Zelfopoffering getoond voor de Bevryding van het verdrukte Vaderland" "1914-1918"; op de rechterkant "Aan onze helden", "1940-45", de namen van de soldaten en hun foto's tussen twee gekruiste palmtakken. Uitgehouwen letters. Hoogte: 550 centimeter, breedte: 301 centimeter, diepte: 350 centimeter.

Uitvoering: J. Legrand-Symoens, Adinkerke (gesigneerd op het hardsteen); O. Rotsaert, 1922 (gesigneerd en gedateerd op het brons); Trenteseaux, De Panne, 1940-1945 (gesigneerd en gedateerd op de hardstenen platen).