Gedenkteken in De Panne-Bad, op het Koning Albertplein, tussen de Onze-Lieve-Vrouwkerk en de Zeedijk, in een bebouwde omgeving.
Historische achtergrond
Het gedenkteken voor de militaire doden van de Eerste Wereldoorlog werd in 1922 in aanwezigheid van koning Albert onthuld. Later werden de namen van de militaire doden van de Tweede Wereldoorlog toegevoegd.
Vanaf oktober 1914 werd de Panne overstroomd door vluchtelingen en geallieerde militairen. Door Duitsers zou het nooit bezet worden, meer nog, De Panne wordt vaak "de feitelijke hoofdstad van onbezet België" genoemd. Dit vooral omdat koning Albert en zijn gezin in een villa van dit hinterland verbleef. Van hieruit leidde hij zijn troepen en ontving hij buitenlandse delegaties, en dat terwijl de Belgische regering in Frankrijk zat. Ook in de andere villa's van de badstad waren hoogwaardigheidsbekleders gevestigd. Daarnaast hadden bijna alle maatschappelijke, culturele en liefdadige werken hier hun zetel. Hier werden dagbladen, zoals "De Belgischen Standaard", uitgegeven en gedrukt. De militairen die hier van hun frontdienst kwamen uitrusten, konden hun vrije tijd over de jaren steeds meer cultureel invullen, met lezen, schrijven en toneel, voordrachten, concerten, tentoonstellingen en lessen bijwonen. De Panne was sedert eind 1914 ook de stad waar een hospitaal onder leiding van dokter Depage in hotel L'Océan gevestigd was. Troepen werden in De Panne geschouwd en tot oefeningen verplicht, hun uniformen konden hier gereinigd worden, de militairen konden hier baden. In de periode 1914-1915 was het in De Panne op gebied van militaire activiteit relatief rustig, op een paar (dodelijke) beschietingen en duikbootacties na. Eind 1915 – begin 1916 kwam hierin een verandering, toen de gemeente herhaaldelijk bestookt werd door vliegtuigen, zeppelins en oorlogsschepen. In de tweede helft van 1917 vervingen Britse troepen de Franse in de sector Nieuwpoort, om dan weer door Belgen afgelost te worden. Midden augustus verlieten Koning Albert en Koningin Elisabeth De Panne omwille van het oorlogsgeweld. Toen eind september 1918 het Geallieerde Eindoffensief losbarstte, stroomden de gekwetsten toe in L'Océan. Op 16 oktober werd De Panne voor het laatst beschoten. Eind oktober was de gemeente uiterst dun bevolkt, ook de hofhouding had De Panne definitief verlaten. Meer dan de helft van de gebouwen waren beschadigd.
Kenmerken
In een achthoekig bloemperk staat op een meerdelig podium met afgeronde hoeken, een bronzen beeld op een hoge smalle sokkel (met een fries van laurier- en eikenblad), rustend op een brede plint. Het beeld stelt een jonge vrouw voor in sierlijk gedrapeerd kleed, met S-vormig profiel. In de ene hand houdt zij een helm, versierd met lauwerkrans, met de andere hand houdt zij het heft van een dolk tegen de wang aangedrukt. Tegen de achterkant van het voetstuk werd een zwaar hardstenen kruis geplaatst, waarin een bronzen gedenkplaat is ingewerkt. Op de voorkant: op het voetstuk "Aan onze wapenbroeders voor recht en vryheid gevallen", "A nos frères d'armes"; op de plint "1914-1918" - "1940-1945". Op de achterkant: op de bronzen gedenkplaat "Namen der Gesneuvelde Soldaten van De Panne". Op het podium: "1940-1945", de namen. Hoogte: 500 centimeter, breedte: 432 centimeter, diepte: 472 centimeter.
Uitvoering: Jul. Bernaerts (naar verluidt gesigneerd op het hardsteen); Fonderie Natle des bronzes, J. Peterman, Sint-Gilles, Bruxelles (gesigneerd op het brons).
- BAUWENS J. 1999: De Panne, West-Vlaamse Gidsenkring Westhoek, XXV.2, 19-23.
- BIJNENS B. 1971-1972: De Panne gedurende de eerste wereldoorlog (1), Bachten de kupe, XIII.6, 118-120; (2), 138-144; (3) XIV.3; (4), XIV.4, 94-118; (5), XIV.5 (november 1972), 117-118.
- BIJNENS B. 1994: Enkele gegevens over de Panne tijdens de Eerste Wereldoorlog, Bachten de kupe, XXXVI.4, 107-127.
- JACOBS M. 1996: Zij die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge.