Gelegen nabij de Kustweg, nabij het Albert-I-monument en het sluizencomplex "De Ganzenpoot". In de omgeving zijn nog meerdere gedenktekens in verband met de Eerste Wereldoorlog terug te vinden.

Historische achtergrond

Dit gedenkteken in Euville-steen (kalksteen uit het Département de la Meuse, Frankrijk), ontworpen door W.B. Binnie met beeldhouwwerk van C.S. Jagger, werd onthuld op 23 juni 1928, in aanwezigheid van generaal Mac Donogh en eerste minister H. Jaspar. Dit gedenkteken werd opgericht op initiatief van de Commonwealth War Graves Commission (C.W.G.C.), de Britse instantie die onder meer instaat voor het onderhoud van de Britse militaire begraafplaatsen. De C.W.G.C. is eveneens initiatiefnemer geweest voor veertien memorials to the missing, waarop de namen van de vermisten van een hele frontzone zouden worden gegraveerd. Voor de Ieper- en Wijtschateboog, betreft het vier memorials, namelijk de Menenpoort in Ieper, het Tyne Cot Memorial en de twee New Zealand Memorials to the Missing, op Buttes New British Cemetery en op Messines Ridge British Cemetery. Iets meer ten zuiden, net over de taalgrens, ligt het Memorial van Ploegsteert. Helemaal in het noorden van de Westhoek ten slotte worden 548 Britten herdacht op dit gedenkteken in Nieuwpoort.

Het kleinste aantal onder hen stierf in 1914. Zij behoorden hoofdzakelijk tot de Royal Naval Division en stierven bij de poging Antwerpen te houden in oktober 1914. Het merendeel stierf in 1917. Het was immers pas in juni 1917 dat de Britse troepen naar deze regio terugkeerden, wanneer het XVth Corps de Franse troepen in de sector van de kust tot Sint-Joris aflosten. Vooral in juli ging het er hevig aan toe. In november 1917 werden ze opnieuw door Fransen afgelost.

Dit gedenkteken werd als monument beschermd bij Ministerieel Besluit van 17 december 1999 door opname in het dossier van de "Ganzenpoot" en oorlogsmonumenten, omwille van het algemeen belang gevormd door de esthetische, historische en socio-culturele waarde.

Kenmerken

Complex uit witte natuursteen. Op een reusachtig driehoekig platform met drie treden staat een zware rechthoekige, geprofileerde zuil, bovenaan met verbrede boord op een veelhoekige sokkel. Op ooghoogte zijn rondom rond bronzen gedenkplaten aangebracht. Op de hoeken van het platform zijn liggende leeuwen op rechthoekige sokkels geplaatst, geïnspireerd op de Egyptische sfinxen, in wakende houding. Op de zuil: bovenaan op de voorkant in reliëf een lauwerkrans met linten, "1914-1918", "Here are recorded the names of 566 British officers and men who have no known grave they fell in the defence of Antwerp in October 1914 and later operations on the Belgian coast", op de linkerkant een kroon met banderol, op de achterkant en rechterkant lauwerkrans met linten. Op de bronzen platen in een doorlopende fries: "They shall grow not old", kenteken, "as we that are left grow old", kenteken, "age shall not weary them", kenteken, "nor the Years condemn", kenteken, "at the going down of the sun", kenteken, "and in the morning", kenteken, "we will remember them", De regimenten met hun respectievelijke gesneuvelden worden vermeld: "1 Royal Navy", "Royal Naval Air Service", "Royal Marine L.I."; "2 Royal Naval Volunteer Reserve", "Royal Horse and Royal Field Artillery", "Royal Garrison Artilllery"; "3 Royal Engineers", "Royal Scots", "The Queen's", "Northumberland Fus"; "4 Northumberland Fus"; "5 Northumberland Fus", "Royal Fusiliers", "West Yorkshire Regt"; "6 Lancashire Fusiliers", "Royal Welch Fusiliers", "South Wales Borderers", "The Cameronians (Scottish Rifles)"; "7 The Cameronians (Scottish Rifles)", "Royal Inniskilling Fus.", "East Lancashire Regt", "Duke of Cornwall's Light Infantry", "Duke of Wellington's Regiment"; "8 Duke of Wellington's Regiment", "Border Regiment"; "9 Border Regiment"; "10 Border Regiment", "Royal Sussex Regt", "Dorsetshire Regt", "Welch Regiment", "Welch Regiment", "The Black Watch", "Notts & Derby Regt"; "11 Loyal North Lancs. Rgt", "Northamptonshire Rgt"; "12 Northamptonshire Rgt"; "13 Northamptonshire Rgt", "Royal Berkshire Regt"; "14 Royal Berkshire Regt", "King's Own Yorkshire Light Infantry"; "15 King's Own Yorkshire Light Infantry", "Middlesex Regiment"; "16 King's Royal Rifle Corps"; "15 King's Royal Rifle Corps"; "17 King's Royal Rifle Corps", "Manchester Regiment"; "18 Manchester Regiment", "York & Lancaster Rgt"; "19 York & Lancaster Rgt", "Highland Light Inf"; "20 Highland Light Inf"; "21 Highland Light Inf", "Argyl & Sutherland Highlanders", "Machine Gun Corps (Infantry)"; "22 Labour Corps", "Royal Army Service Corps", "Royal Army Medical Corps". De gesneuvelden zijn gerangschikt volgens graad en vervolgens alfabetisch. Onderaan op de doorlopende fries zijn de kentekens van elk van de regimenten aangebracht. Op de sokkel van de voorste leeuw een bronzen plaat: "This memorial was built and is maintained by the Commonwealth War Graves Commission". Breedte: 1934 centimeter, diepte: 2546 centimeter (complex). Uitvoering: W.B. Binnie (architect); C.S. Jagger (beeldhouwer).