is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gedenksteen 6de Linie en Franse 16e Chasseurs à Pied
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gedenksteen 6de Linie en Franse 16e Chasseurs à Pied
Deze vaststelling was geldig van tot
Gedenkmuur aan de rand van het kerkhof van Ramskapelle op het 6de Linieplein, in het centrum van Ramskapelle. In de onmiddellijke omgeving herinneren nog diverse items aan de Eerste Wereldoorlog.
Deze gedenksteen werd opgericht door het 6de Linieregiment en het 16de Jagers te Voet uit Frankrijk, ter herinnering aan hun deelname aan de herovering van Ramskapelle op 31 oktober 1914 (Slag aan de IJzer). De Slag aan de IJzer startte op 18 oktober 1914. Na de aftocht uit Antwerpen namen de Belgische divisies rond half oktober hun nieuwe posities in ten oosten en ten westen van de IJzer. Zo ook te Ramskapelle, waar de inwoners vluchtten. Het Belgische front bleef echter verder afbrokkelen en de Belgen moesten zich bijna volledig op de linkeroever van de IJzer terugtrekken. De Duitsers slaagden er zelfs in de brug van Tervate over te steken en de linkeroever te bereiken. Op 23 oktober staken de Duitsers massaal de IJzer over en bleven verder oprukken. In Nieuwpoort legden de Duitsers bruggen over de Noordvaart en dreven de Belgen verder achteruit. Mede dankzij de Franse generaal Grossetti werd een aanval op Booitshoeke afgeslagen en het Belgische front terug op de spoorlijn gebracht. Bij een algemene aanval geraakten de Duitsers tot bij de molen van Ramskapelle. De Belgische 4de en 5de Linieregimenten weerstonden geruime tijd de hardnekkige aanvallen. Kerk en huizen werden tot puin herleid. De Belgen moesten wijken en de weg naar Frankrijk lag open. De Slag aan de IJzer werd beëindigd met hulp van de onderwaterzetting vanaf de nacht van 29 op 30 oktober. De afwateringssluis van de Noordvaart werd opengezet en door dit enkele nachten te herhalen, steeg het water tussen de IJzer en de spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide. Te Ramskapelle vonden op 30 en 31 oktober nog de laatste verbeten gevechten plaats om de Duitsers achter het station van Ramskapelle, de spoorwegberm en het wassende water te dwingen. De bres moest worden gedicht door het 6e Linieregiment, een bataljon van het 7de Linieregiment en twee compagnies van het 14de Linieregiment, terwijl twee Franse bataljons (Jagers en Algerijnse tirailleurs) bijstand verleenden. De Duitsers hadden zich met hun mitrailleurs op de hoogte van de molen geïnstalleerd. De tegenaanval werd ingezet 's morgens op 30 oktober. De Franse artillerie beschoot Ramskapelle om de Duitse posten uit te schakelen. Daarna trokken de Algerijnen met een groot elan op, maar aan het Ramskapelleleed werden ze door de Duitsers neergemaaid. Overlevenden deinsden terug en werden opgevangen door het 6de Linie en de Franse Jagers, voor wie ze de weg hadden gebaand. Ondertussen steeg het water. 's Morgens, op 31 oktober, werd een nieuwe aanval ingezet. In korte golven rukten de Belgen en de Fransen voorbij de molen en in de straten van Ramskapelle ontstonden verbeten lijf-aan-lijf gevechten met de bajonet op het geweer. Het wassende water stond aan hun kant en de Duitsers trokken achteruit. Op 31 oktober waren nog slechts enkele hoger gelegen delen in het onderwater gezet gebied in Duitse handen. Die werden ingericht tot vooruitgeschoven stellingen. Het IJzerfront was gestabiliseerd. Men groef zich in. De Slag aan de IJzer was voorbij. Tijdens de stellingenoorlog in de daaropvolgende jaren kende de door een Belgische legerdivisie verdedigde sector Ramskapelle eerder kleinschalige gevechten en beschietingen. Pas tegen het einde van de oorlog, met het Duitse Lente-Offensief, kwam er weer volop beweging aan de spoorwegberm. Met het Geallieerde Eindoffensief van september 1918 konden Belgen en Fransen eindelijk weer de spoorwegberm verlaten om de onderwater gezette vlakte over te steken.
Tegen een geelbakstenen muur is een brede bronzen plaat met afgeronde zijkanten bevestigd, hiervoor staat in het midden een grote plaat uit witte natuursteen. Op de grond voor deze muur is over de hele breedte een geelbakstenen bloembak gemetseld. Op de plaat uit witte natuursteen: "Le 31 Octobre 1914 le 16e bataillon de chasseurs à pied français et notre 6e régiment de ligne - enlevèrent en commun et à la baionnette - le village de Ramskapelle et le 30 Octobre 1938 offrirent - en commun et en souvenir - cette plaque commémorative - à la population de Ramskapelle". "Den 31 Oktober 1914 heroverden het 16e bataljon Fransche jagers te voet en ons 6e linieregiment gezamenlyk en op den punt hunner bajonnetten het dorp van Ramskapelle en boden gezamenlyk en als broederlyke gedenkenis dezen opschriftsteen aan de bevolking van Ramskapelle den 30 Oktober 1938." Zwart beschilderde letters in vlakreliëf. Boven de tekst loopt een horizontale fries met eiken- en laurierbladeren. Op de linkse plaat: bovenaan het kenteken van het 16de bataljon jagers te voet, hieronder loopt een fries met eikenbladeren, onderaan staat in een wapenschild een pijlkoker met lans en de letters "R F." ernaast. Op de rechtse plaat: bovenaan het kenteken van het 6de linieregiment, dan een fries van eikenbladeren en een wapenschild met klimmende leeuw op gestreept veld. Hoogte: 206 centimeter, breedte: 346 centimeter, diepte: 118 centimeter (met bloembak).
Bron: WOI Relict (1172): Gedenksteen 6de Linie en Franse 16e Chasseurs à Pied (Ramskapelle - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Ramskapellestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gedenksteen 6de Linie en Franse 16e Chasseurs à Pied [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213298 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.