Het kerkhof van Beveren ligt rond de Sint-Audomaruskerk aan het St.-Brigidaplein. Achter de kerk, rechts, is een perkje met Belgische militaire graven. Verspreid over het kerkhof zijn er nog Belgische militairen begraven. Helemaal rechts achteraan bevindt zich het Britse perk "Beveren-IJzer Churchyard". Bij het kerkhof staat verder nog de gedenkzuil voor de lokale oorlogsdoden.

Historische achtergrond

De volgende doden stierven in het militair chirurgisch hospitaal van Beveren en werden hier dan ook oorspronkelijk begraven:

• Gaston C. Marigo, geboren te Poperinge in 1895, soldaat bij de 7de Compagnie van het 1ste Regiment Grenadiers, gekwetst aan het IJzerfront en overleden op 14 september 1918.
• Jules Milleville, geboren te Komen in 1891, soldaat bij de 11de Compagnie van het 1ste Regiment Karabiniers, overleden op 8 november 1918.
• Lucien C. Berghof, geboren te Poperinge in 1897, soldaat bij de 5de Batterij M.75 (mortier Schneider) van het 11de Artillerieregiment, en overleden op 26 november 1917 (1918?). Hij werd hier de 28ste begraven.
• Arthur C.M. Deconinck, geboren te Elverdinge in 1888, soldaat bij de 9de Compagnie van het 2de Regiment Grenadiers, overleden op 21 juni 1918 en de 25ste hier begraven.
• Kolonel A.E.M. (R.M.V.) Bremer, commandant van het 1ste Regiment Karabiniers, overleden op 14 oktober 1918, gekwetst te Rumbeke, met het Eindoffensief, en de 19de hier begraven.

De volgende doden lagen oorspronkelijk elders begraven, maar werden nadien overgebracht naar het kerkhof van hun woonplaats Beveren-IJzer. Ze liggen verspreid tussen de burgerlijke graven:

• Joseph M.C. Desmyttere, in 1890 in Beveren geboren, was sergeant (mitrailleur) bij de 6de compagnie van het 3de Linieregiment en sneuvelde op 28 september 1918, met het Eindoffensief, in Jonkershove bij het bos van Houthulst. Oorspronkelijk werd hij te Merkem begraven.
• Constant Piere, in 1889 in Hondschote geboren, was soldaat-brancardier bij het 162e regiment en overleed op 27 september 1918 in Frankrijk.

Beveren-aan-de-IJzer lag meer dan tien kilometer van het front verwijderd. Eind 1916 werd hier een militair hospitaal opgericht. Het hospitaalcomplex bestond uit een 25-tal barakken (van ongeveer 30 op 5 meter), een operatiezaal en verschillende rijen verplegingsbarakken. Naast Belgische militairen werden hier ook burgers uit de streek verzorgd. Tijdens de Slag bij Merkem (16 april 1918) zouden er 506 Belgische gewonde militairen binnengebracht zijn. 58 hiervan zouden op die 16de april hun leven laten, 11 stierven de dag erop, 23 stierven er op 18 april en 7 op 19 april. Zodra de legerleiding veronderstelde dat de frontlijn meer naar het zuiden verlegd zou worden, verhuisde de chirurgische afdeling van het Hôpital Militaire Belge in Adinkerke in maart 1917 naar Beveren. Het hospitaal stond onder leiding van dokter Derache en kreeg de steun van Koningin Elisabeth. De overleden militairen werden op een aparte strook grond op het kerkhof begraven. In 1921 werd het militair hospitaal afgebroken.

Kenmerken

In een perk liggen zes grafstenen, waaronder twee heldenhuldezerkjes, voor zes Belgische militairen, waarvan nog leesbaar: Gaston Marigo, Jules Milleville, Lucien Berghof, Arthur Deconinck, Bremer. Verspreid over het kerkhof werden nog twee graven voor twee Belgische militairen gevonden: Joseph Desmyttere en Constant Piere.