De gemeentelijke begraafplaats van De Panne omvat een perk met Britse doden uit de Tweede Wereldoorlog. Enkele Britten uit de Eerste Wereldoorlog liggen begraven in blok F van de gemeentelijke begraafplaats.

De twee doden uit de Eerste Wereldoorlog zijn zeelui van de "H.M.S. Hughli", gestorven op 26 april 1919. Hiervan kon er één dode niet geïdentificeerd worden.

De Britse doden uit de Tweede Wereldoorlog kwamen grotendeels om in mei 1940, tijdens de terugtrekking naar Duinkerken. In mei-juni 1940 waren in De Panne 'General Headquarters' van de 'British Expeditionary Force' (B.E.F.) gelegerd. Er was bovendien een veldhospitaal ('Casualty Clearing Station' of C.C.S.) op het strand ingericht. Tussen 27 mei en 1 juni namen Duitsers De Panne onder vuur, in een poging om de terugtrekking van de B.E.F. teniet te doen. Na hevige gevechten werd De Panne op 1 juni, om 9 uur 's morgens ingenomen. Voor zeven doden, waarvan aangenomen wordt dat ze ook hier begraven liggen onder een naamloos zerk, werd een zogenaamde 'special memorial' opgericht. In het totaal zijn er 79 niet geïdentificeerde doden onder de 259 doden van de 'Commonwealth'. Daarnaast liggen er nog acht Tsjechen en veertien Fransen begraven, waarvan er vier Fransen niet meer geïdentificeerd konden worden. Een 'Cross of Sacrifice' staat op het militaire ereperk.