erfgoedobject

Houten barak sanatorium De Lovie

bouwkundig element
ID
213350
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213350

Juridische gevolgen

Beschrijving

Houten barak aan de westelijke zijde van het kasteeldomein De Lovie, afkomstig van een hospitaalsite die tijdens de Eerste Wereldoorlog was opgericht voor de achtergebleven burgerbevolking in het onbezette deel van België en tijdens de oorlog ook tijdelijk als militair hospitaal werd gebruikt. De site bleef na de wapenstilstand fungeren als hospitaal ter vervanging van de vernielde hospitalen in de frontstreek, vervolgens als sanatorium voor tuberculoselijders. In 1930 verhuisde dit sanatorium, samen met één barak en de toegangspoort naar De Lovie in Proven.

Historiek

Een burgerlijk hospitaaltje tijdens de Eerste Wereldoorlog

In het najaar van 1914 geraakte de West-Vlaamse provincie volledig in de greep van de oorlog. Hoewel een groot deel van de bevolking gevlucht was, waren er volgens het Amerikaanse Rode Kruis in september 1917 nog 75.000 burgers achtergebleven in het onbezette België.

Tijdens de oorlog verslechterden de leefomstandigheden in West-Vlaanderen dramatisch, waardoor het aantal doden ten gevolge van besmettelijke ziektes, zoals tuberculose, tyfus, of in 1918 de zogenaamde ‘Spaanse griep’ gevoelig steeg. Bovendien was de reguliere medische dienstverlening ten behoeve van de bevolking door de oorlogsomstandigheden weggevallen.

Tijdens de oorlog kon de achtergebleven burgerbevolking in de noordelijke westhoek terecht in een klein burgerlijk hospitaal in Sint-Idesbald, dat onder de bevoegdheid viel van de Gezondheidsdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en gericht was op de behandeling van besmettelijke ziektes. Er waren nog een beperkt aantal andere medische diensten ten behoeve van de burgerbevolking in het onbezette België, waarvan de belangrijkste wellicht het Sint-Elisabeth hospitaal in Poperinge en de materniteit van Roesbrugge (Poperinge), later Leisele (Veurne) waren. Tijdelijk konden burgers ook in militaire hospitalen verzorgd worden. Daarnaast was er nog een beperkt gamma aan medische dienstverlening naar de burgerbevolking toe.

In de zomer van 1917, toen de vijandelijke beschietingen boven Sint-Idesbald sterk toenamen, verhuisde het Sint-Idesbaldhospitaal naar het gehucht Doorntje in Houtem, net tegen de Franse grens. Vermoedelijk was er gezocht naar een locatie zo ver als mogelijk van het front verwijderd, buiten het bereik van de vijandelijke artillerie, maar toch nog net op Belgisch grondgebied. Het lijkt er op dat deze redenering ook gold voor de vele andere, voornamelijk militaire diensten die in en rond Houtem gevestigd waren. Het Amerikaanse Rode Kruis was betrokken bij de inrichting van het hospitaaltje bij Doorntje, dat onder leiding stond van dokter Jacques Roskam. Het Amerikaanse Rode Kruis was tussen september 1917 en april 1919 heel actief in zowel het bezette als onbezette België, en steunde er instellingen en diensten die ingericht waren ten behoeve van militairen en de achtergebleven burgerbevolking tijdens de oorlog en de eerste naoorlogse jaren.

Het burgerhospitaal van Houtem fungeerde tussen 16 en 23 augustus ook tijdelijk als moederhuis, toen de tijdens de oorlog opgerichte materniteit van Roesbrugge gebombardeerd werd. Er zouden elf geboortes plaatsgevonden hebben.

Zoals hoger vermeld, werden er in het hospitaaltje van het Ministerie van Binnenlandse Zaken inwendige en besmettelijke ziektes behandeld. Het hospitaal beschikte over een bacteriologisch en chemisch laboratorium, dat aanvankelijk ook door het leger werd gebruikt. Tijdens het Bevrijdingsoffensief werden 71 militairen opgenomen, waarvan 27 slachtoffers van gasaanvallen en 39 militairen geïnfecteerd met de Spaanse Griep. In de literatuur en de pers wordt het hospitaaltje bij Doorntje vaak foutief aangeduid als een militair hospitaal zonder meer: vermoedelijk is de verwarring ontstaan door dit korte militaire gebruik van het burgerlijke hospitaal.

Naar een sanatorium na de Eerste Wereldoorlog

Na de oorlog diende de inrichting te Houtem als voorlopig hospitaal ter vervanging van de vele vernielde hospitalen in de verwoeste gewesten. De inrichting bij Doorntje richtte zich in de eerste plaats op de behandeling van inwendige en besmettelijke ziektes. Het hospitaal beschikte ook over solferbaden voor de behandeling van schurft en een mobiele ontsmettingspost.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken had enkele paviljoenen gereserveerd voor een sanatoriumkuur voor de behandeling van longtuberculose bij inwoners van de provincie. De inwoners van de provincie konden voor een sanatoriumkuur ook nog steeds terecht in twee Belgische sanatoria in Frankrijk, namelijk in Job (departement Puy-de-Dôme) voor de mannen en in Chanay (departement l’Ain) voor de vrouwen. Beide sanatoria waren tijdens de oorlog door het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Frankrijk ingericht, eveneens met de steun van het Amerikaanse Rode Kruis. Naarmate er meer hospitaalsites heringericht werden in de ‘Verwoeste Gewesten’ verlegde de focus van de inrichting bij Doorntje naar een sanatorium voor ‘teringlijders’ en werden de patiënten van de twee Belgische sanatoria in Frankrijk – Job en Chanay – overgebracht naar Houtem. Tegen 1926 diende de inrichting bij Doorntje bijna uitsluitend als sanatorium voor tuberculosepatiënten. Vanaf 15 mei 1920 tot 1 februari 1927 stond het hospitaal van Houtem, net als de naburige materniteit van Leisele, onder leiding van Dokter Dewulf.

In 1926 hevelde het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid het sanatorium van Houtem over naar de provincie West-Vlaanderen. Het dagelijkse beheer kwam in handen van de vzw Sanatorium Sint-Idesbald. Het was de bedoeling dat deze site zou uitgroeien als sanatorium exclusief voor mannen. In Sijssele kwam er een nieuw sanatorium voor vrouwelijke tuberculosepatiënten.

De levensomstandigheden voor de zieken, die grotendeels in houten oorlogsbarakken dienden te verblijven, bleken echter niet comfortabel. Zodoende werd uitgekeken naar een nieuwe locatie. Dit zou het kasteel De Lovie in Proven (Poperinge) zou worden. De patiënten verhuisden op 21 november 1930 naar De Lovie. De barakken van Houtem werden via een openbare verkoop verkocht, evenals de gronden met de bakstenen gebouwen. Eén barak en de toegangspoort tot het sanatorium verhuisden mee naar De Lovie.

Beschrijving barak

Houten barak, teruggaand op een (de)monteerbaar type met gestandaardiseerde onderdelen, met zadeldak, belegd met golfplaten die rusten op een plafond van houten latten. De buitenmuren zijn grotendeels (behalve aan de achterzijde) beslagen met verticale latten, die vermoedelijk per twee latten in een afwisselende witte verticale streep en een streep uit een andere kleur (mogelijks groen) waren beschilderd, conform de nog aanwezige verfsporen. Aan de noordwestelijke kant zitten zeven vierkante vensters met grote roedeverdeling. Aan de zuidoostelijke kant zijn deze vensters aan de buitenzijde met verticale houten latten dichtgemaakt. Aan de noordoostelijke kant zit een poort en een zijdeur. Binnenin zijn de wanden met horizontale latten beslagen. Het zadeldak rust op een houten dakgebinte met zes Engelse spanten.

De barak is inmiddels gerestaureerd.

  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Inventaris van het archief van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin. Bestuur van Volksgezondheid, I 566, Dossier inzake een project van dr. Van Boeckel, gezondheidsinspecteur te Brugge, tot oprichting van dispensaria van sociale hygiëne in het geteisterde oorlogsgebied van West-Vlaanderen, 1919-1921, 256, VAN BOECKEL 1920: Avant-projet de création de dispensaires d’Hygiène sociale dans la zone dévastée de la Flandre Occidentale (niet gepubliceerd rapport).
  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Ministerie van Volksgezondheid, I 352, Koninklijke en Ministeriële besluiten, 60, K.B. 8/1/1921.
  • Archief Provincie West-Vlaanderen, Private Archieven van de Provincie West-Vlaanderen, De Lovie, 2014/P.B./12j, Stukken betreffende het ontwerp van de afstandsakte voor het domein te Houtem door Sanatorium Sint-Idesbald "De Lovie", 21 juni 1930; 2014/P.B./1a, Vereniging zonder Winstgevend Doel "Sanatorium Sint-Idesbald", Verslagboek van den Beheerraad; 2014/P.B./12f, Inventaris van de inboedel van het Sanatorium Sint-Idesbald “De Lovie”; 2014/P.B./1d, brief 24/10/1927.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Veurne, afdeling XI, 1932/6, 1953/32, 1959/10.
  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Collectie militaire luchtfoto’s Eerste Wereldoorlog, In ’t Doorntje N.E. Hondschoote, 1/8/1918.
  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DW002429, Domein Cabour (DECOODT H., STROBBE M. & TERMOTE J. 2010).
  • BELLENGE R. 2002: Wat ik nog weet over de oorlog 1914-1918, Archikrant, 12.4, 110.
  • COSSEY A. 1977: Geschiedenis van Leisele, Heembibliotheek Bachten de Kupe, XII.
  • DIERCKX P. 2005: Geschiedenis van de sanatoria in België, in: BUYLE M. & DEHAECK S. (red.), Architectuur van Belgische hospitalen, M&L Cahier 10, Brussel, 76-77.
  • JANSSENS P. 2000: Belgische veldhospitalen tijdens de Eerste Wereldoorlog, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven.
  • MELIS L. 1932: Contribution à l’Histoire du Service de Santé de l’Armée au cours de la guerre 1914-1918, Bruxelles.
  • S.N. 1919: American Red Cross Work for Belgium. Summary of Activities of Commission for Belgium September, 1917 – December, 1918, Brussel.
  • VANDEKERCKHOVE J. 1999: Dr. Henri Brutsaert ° 1868 - +1938, onuitgegeven monografie.
  • VANDEN BUSSCHE M. 2015: Leven en dood in Koksijde en Veurne-Ambacht tijdens WO I, Oostkamp.
  • VANHOVE D. 2014: Een veldhospitaalbarak uit de Eerste Wereldoorlog op het domein De Lovie in Poperinge, M&L 33.5, 28-45.
  • VAN SCHAICK J. 1922: The little corner never conquered. The story of the American Red Cross War Work for Belgium, New York.
  • WILLEMS S. (red.) 2007: Sint-Idesbald vanuit de ogen van Paul Delvaux, Erfgoedwandelingen Koksijde-Oostduinkerke 2, Koksijde.

Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002422, oorlogsbarak en zg. 'Chinese Poort' op het kasteeldomein De Lovie te Poperinge (Proven) (DECOODT H., 2009)., Onroerend Erfgoed, Beschermingsdossier 4.001/38025/106.1, Het oorlogshospitaal, later sanatorium Sint-Idesbald in Veurne (Houtem) (DECOODT H. 2017).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Kasteeldomein De Lovie

  • Is gerelateerd aan
    Chinese poort

  • Is gerelateerd aan
    Oorlogshospitaal, later sanatorium Sint-Idesbald


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Houten barak sanatorium De Lovie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213350 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.