Site bestaande uit vier betonnen militaire constructies, gebouwd in de westelijke flank van de Lettenberg.
De Lettenberg is een 97 meter hoge uitloper van de Kemmelberg. Reeds in 1641 maakt Sanderus melding van een windmolen voor het malen van graan op de Lettenberg. In de 19de eeuw wordt de molen gebruikt door de molenaarsfamilie Terrier (vandaar Terrieremolen en Terrierstraat). De laatste molenaar laat in 1905 het houten bouwwerk afbreken, omdat de molen niet meer rendabel blijkt.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog blijft de omgeving van de Kemmelberg tot aan het Duitse Lente-Offensief (voorjaar 1918) in geallieerde handen. De Kemmelberg fungeert als één van de belangrijkste observatiepunten voor de geallieerden. Door zijn dominante positie in het landschap biedt de heuvel een uitstekend zicht richting oosten (naar de eigen voorhoede), maar ook naar de Duitse frontlinies en richting noorden naar Ieper en verder tot Zonnebeke en Passendale.
Vanaf eind 1916 graaft de Britse genie ondergrondse commandoposten uit in de flanken van de Kemmelberg. Zo werkt de 175th Tunnelling Company in opdracht van het IXth Corps in april-mei 1917 bij de Lettenberg aan een ondergronds hoofdkwartier met bijhorende accommodatie. De bewaarde constructies in de westelijke heuvelflank vormen de toegang tot dit ondergronds systeem.
De Lettenberg valt tijdens het Duits Lente-Offensief (april 1918) in Duitse handen. Tijdens de zogenaamde Ontzettingsgevechten (augustus-september 1918) zou het gebied weer in geallieerde handen vallen.
Het is niet duidelijk wanneer het rood kruis op de gevel van één van de constructies geschilderd is. Het rood kruis wijst er in ieder geval op dat het complex (deels) als medische post is gebruikt, hetzij door Duitse, hetzij door geallieerde eenheden.
Na de oorlog komt de Lettenberg in handen van Alexander Sels, die een calvarie met bijhorende kruisweg aanlegt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden de militaire constructies als schuilplaats gebruikt door de bevolking uit Kemmel.
In 2004 worden de constructies door jongeren van het VTI Ieper en Huize Godtschalck Loker in samenwerking met vzw ABAF terug toegankelijk gemaakt. Eén constructie wordt als schuilplaats voor vleermuizen ingericht. Tijdens deze werken zijn nog golfplaten teruggevonden van een vijfde, niet gebetonneerde constructie, die wellicht tijdens het Duitse Lente-Offensief vernield geraakt is.
Vier betonnen militaire constructies opgetrokken in de westelijke flank van de Lettenberg. Een vijfde constructie, te situeren tussen de twee meest noordelijk bewaarde constructies, is verdwenen. Bij de renovatiewerken in 2004 zijn nog enkele materialen van deze constructie teruggevonden.
Het beton van de vier bewaarde constructies is samengesteld uit grove keien en silex. Bij twee constructies is cement gebruikt voor de afwerking. De daken zijn gegoten op golfplaten met brede golving (zogenaamde elephant plates), waarvan de afdrukken bewaard zijn. Hier en daar zijn er restanten van deze golfplaten terug te vinden.
Aan westelijke zijde bevindt zich telkens één deur- en één vensteropening. Deze toegangen zijn afgeschermd door een gegoten muur van gemiddeld ca. L. 90 x Br. 30cm. Bij één constructie is enkel de voorgevel bewaard gebleven: hierop is een rood geschilderd kruis aangebracht.
Bij één constructie zijn aan de oostelijke zijde, dus kant bergflank, nog twee openingen aanwezig. Bij een andere constructie is centraal in de muur één deuropening bewaard gebleven. De feitelijke galerijen zijn ingestort.
De site is toegankelijk gemaakt via een aangelegd pad. De wanden van de constructies zijn verstevigd met ‘zandzakjes’. Via informatiedragers wordt meer duiding gegeven. Eén constructie is ingericht als schuilplaats voor vleermuizen.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33039/104.1, Vier Britse militaire posten (WO I) Lettenberg, Lokerstraat zn. (DECOODT H., 2012)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2012: Vier Britse militaire posten Lettenberg [online], https://id.erfgoed.net/teksten/370189 (geraadpleegd op ).
Locatiebeschrijving
4 betonnen constructies tegen de westelijke flank van de Lettenberg uitgegraven. De Lettenberg, een noordelijke uitloper van de Kemmelberg met een hoogte tot 97 meter, is gelegen langs de Lokerstraat, ten zuiden van Camping Ypra en ten noordwesten van het Kattekerkhof, op circa 750 meter ten westen van de kerk van Kemmel. De omgeving is landelijk, heuvelachtig en bosrijk.
Historische Achtergrond
In 1641 werd melding gemaakt van een open standaardmolen voor het malen van graan op de Lettenberg. In de 19de eeuw werd deze molen gebruikt door de familie Terrier (vandaar "Terrieremolen" en "Terrierstraat"). In 1905 liet de laatste molenaar het houten bouwwerk afbreken. Na de oorlog werd de hoogte bebost en kwam ze gedeeltelijk in handen van de kerkfabriek van Kemmel. Begin 1932 werd door Alexander Sels een calvarie en kruisweg opgericht. Tussen 4 april en eind mei 1917 werkte de "175th Tunnelling Company" in opdracht van het "IXth Corps" aan "deep-dugouts" voor een hoofdkwartier en ondergrondse accommodatie voor 1 peloton. Deze vertrokken vanuit 4 betonnen constructies. In april 1918, tijdens het Lente-Offensief, viel de site in handen van de Duitsers, die handig gebruik maakten van de accommodatie. Eén van de constructies werd door hen aangewend als medische post: ze schilderden een rood kruis op de gevel, die nog steeds te zien is. Na de oorlog raakten de betonconstructies geleidelijk aan opgevuld. Deze constructies werden in 2004 vrijgemaakt onder meer door leerlingen van het Ieperse V.T.I. en mensen van Huize Godtschalck uit Loker. De site maakt deel uit van het provinciale netwerk "Oorlog en Vrede in de Westhoek" en werd op 17 april 2005 officieel ingewijd.
Kenmerken
4 betonnen constructies tegen helling aangebouwd. Het beton is samengesteld uit grove keien en silex. Bij 2 constructies werd cement ter afwerking gebruikt. De daken zijn gegoten op golfplaten met brede golving ("olifantenplaten"), waarvan de afdrukken binnenin nog bewaard gebleven zijn. Hier en daar zijn nog restanten van deze golfplaten aanwezig. Bij 3 constructies zijn de buitenmuren rechtopstaand. Het gietwerk bij de 4de constructie is volledig afgerond en aan de noordkant ruwweg gegoten tegen de helling. Aan de westkant bevindt zich telkens 1 deur- en 1 vensteropening. De toegangen aan de westkant zijn afgeschermd door een aangegoten muur van gemiddeld circa 90 op 30 centimeter. Van 1 constructie is enkel de voorgevel bewaard gebleven. Hierop werd een rood kruis geschilderd. De afstand tussen de 2 meest noordelijke constructies en gevonden materialen doen vermoeden dat hier een vijfde constructie aanwezig moet geweest zijn, opgetrokken uit golfplaten. Bij 1 constructie zijn aan de oostkant (dus tegen de bergflank) nog 2 openingen aanwezig, bij een andere constructie is 1 deuropening centraal in de muur tegen de bergflank bewaard gebleven. De site is toegankelijk via een aangelegd wandelpad. De wanden voor de constructies werden verstevigd met "zandzakjes". Bezoekers krijgen meer duiding via informatiedragers. 1 constructie wordt aangewend als schuilplaats voor vleermuizen.
Bron: WOI Relict (1317): 4 Britse schuilplaatsen Lettenberg (Kemmel - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2003: Vier Britse militaire posten Lettenberg [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136290 (geraadpleegd op ).