is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Britse commandopost Kasteelpark
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Britse commandopost kasteelpark
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Commandopost Kasteelpark
Deze vaststelling was geldig van tot
Britse bunker aan de noordwestelijke rand van het grotendeels door parkbosgordels ingekapselde kasteeldomein van Boezinge, op adres Diksmuidseweg 391, op ongeveer 150 meter ten zuiden van de kerk van Boezinge.
Britse commandopost uit de Eerste Wereldoorlog, opgetrokken in het kasteelpark van Boezinge.
Het eerste kasteel van Boezinge, in 1566 verwoest door de Geuzen, is rond 1580 heropgebouwd en opgenomen in de Flandria Illustrata van Sanderus. Dit kasteel, opgetrokken op een omwalde terp, gaat in 1700 in vlammen op. In 1718 komt het kasteel in handen van het geslacht Thibault. In 1780 wordt een nieuw kasteel opgetrokken in classicistische stijl. De kasteelhoeve, ca. 50 hectare groot, bevindt zich in de onmiddellijke omgeving (net ten westen) van het kasteel.
Boezinge komt tijdens de Eerste Wereldoorlog volop in de frontzone te liggen. In de noordelijke Ieperboog stabiliseert de frontlijn na de Eerste Slag bij Ieper (oktober-november 1914) vanaf Steenstrate in een wijde boog rond Ieper, ten noorden van Langemark, ten oosten van Zonnebeke.
Wanneer Duitse eenheden op 22 april 1915 chloorgas laten ontsnappen uit cilinders tussen Steenstrate en Schreiboom, komt de dodelijke gaswolk in de richting van de Franse frontlijn drijven. Vele Fransen sterven, de anderen vluchten in paniek weg. De Duitsers kunnen een flink stuk richting vijandelijke linies doorstoten, tot over het kanaal Ieper-IJzer, maar zouden de volgende dagen tijdens zware gevechten iets teruggedreven worden. De Duitse frontlijn loopt vanaf eind mei 1915 op de oostelijke oever van het kanaal Ieper-IJzer, om vanaf kilometerpaal 4 (ten zuiden van de oude spoorwegbrug, omgeving Barmstraat 3) meer oostwaarts te lopen over de zogenaamde Pilckem Ridge.
Rondom het kasteel van Boezinge, dat na de Tweede Slag bij Ieper deel uitmaakt van de eerste geallieerde verdedigingslinie, worden bijkomende verdedigingswerken uitgebouwd waaronder loopgraven, prikkeldraadversperringen en schuilplaatsen. Het kasteel wordt tijdens de oorlog gebruikt als commandopost voor gevechtseenheden. De kasteelhoeve fungeert als depot voor de genie in deze sector.
Ten oosten van het kasteel wordt een betonnen observatiepost opgetrokken ten behoeve van de geallieerde artillerie. Vanaf deze observatiepost is een goed uitzicht in de richting van de Duitse stellingen op de Pilckem Ridge mogelijk.
Wanneer de Guards Division deze sector in juni 1917 overneemt, starten de 75ste en 76ste Field Companies met de bouw van een shell-proof (bomvrije) commandopost in de bijgebouwen van het kasteel. De constructie van deze militaire post kadert in de voorbereidingen van het nakende grootse geallieerde offensief, wat gekend zou worden als de Derde Slag bij Ieper.
De bouw van betonnen militaire posten (bunkers) is op dat moment nog geen gangbare praktijk in het Britse leger. Daar waar het Duitse leger na de Tweede Slag bij Ieper (voorjaar 1915) al gauw de kaart trekt van betonnen militaire constructies, die – hoofdzakelijk opgetrokken in linieverband – bescherming kunnen bieden en tegelijk bepaalde militaire functies (mitrailleurpost, commandopost, observatiepost) herbergen, meent de Britse legerleiding dat een veralgemeende aanleg van betonnen posten overbodig is. Her en der worden er niettemin betonnen militaire posten opgetrokken, waaronder observatieposten ten behoeve van de artillerie en commandoposten. Pas nadat het Britse leger tijdens de Derde Slag bij Ieper ondervindt hoe dodelijk efficiënt de Duitse militaire posten kunnen zijn, gaat ook het Britse leger over tot een veralgemeende aanleg van betonnen militaire posten.
In de commandopost in het kasteelpark te Boezinge worden verschillende kleine operaties en raids in vijandelijke loopgraven georganiseerd, in voorbereiding van het offensief. Zo wordt in de nacht van 28 op 29 juli 1917 van hieruit een raid georganiseerd door het 1ste bataljon Irish Guards: tijdens deze nachtelijke tocht wordt een Duitse bunker in Bois Farm (ten noorden van het gehucht ’t Hoge) overmeesterd, waarbij de bezetters gedood of gevangen genomen worden en de mitrailleur wordt veroverd.
Ook andere bataljons van de Guards maken gebruik van de commandopost, net zoals de Grenadiers.
De commandopost wordt tot aan de zomer van 1918 door opeenvolgende Britse eenheden gebruikt. In september 1918 wordt de commandopost overgedragen aan de Belgen, die van hieruit acties plannen in functie van het geallieerde Bevrijdingsoffensief. De commandopost is dan met het netwerk van loopgraven verbonden via een verbindingsgang.
Het kasteel en bijhorend park raken door het oorlogsgeweld totaal verwoest. In het park worden tijdens de oorlogsjaren Franse en Britse militaire doden begraven, waaronder 19 Britten, waarvan het merendeel behoorde tot de Guards Division: deze zijn hier begraven in de maanden juni – augustus 1917. Deze Britse graven zijn na de oorlog overgebracht naar Artillery Wood Cemetery te Boezinge.
In 1924 start de wederopbouw van het kasteel en de heraanleg van het park naar plannen van architect Mortier uit Gent. De bunker wordt na de oorlog niet afgebroken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeert de militaire post als schuilplaats voor de kasteelbewoners.
Vrijstaande, bovengrondse betonnen militaire constructie met min of meer rechthoekige plattegrond van ca. 1240cm op 500cm en een maximale hoogte van ca. 390cm. Het dak is minimum 150cm dik. Het beton, gewapend met onder meer ronde ijzers, is deels gegoten tegen een houten bekisting, deels tegen de bestaande bakstenen muren van de vooroorlogse bijgebouwen, waarvan nog sporen van het baksteenwerk te zien zijn. Op de buitenmuren zijn soms sporen van de jute van zandzakjes te zien, evenals andere onregelmatige oppervlakken. Aan de buitenkant zijn diverse kleine openingen en haken te bespeuren.
Aan zuidoostelijke zijde zitten twee toegangen (waarvan één tot 240cm hoog), die elk toegang verschaffen tot één ruimte. De plafonds van de toegangen zijn versterkt met tegen elkaar geplaatste ijzeren balken. De elephant plates in de gewelfde binnenruimtes, waarop het dak gegoten werd, zijn nog aanwezig. De witte kalk op de muren is deels bewaard.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33011/111.1, Britse commandopost WOI Kasteelpark (DECOODT H., 2015)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Diksmuidseweg
Is deel van
Kasteeldomein
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Britse commandopost Kasteelpark [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213378 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.