Vrijstaande, bovengrondse betonnen militaire constructie in een weide ten westen van de Slaaktestraat, ten noordwesten van Slaaktestraat 7, op ongeveer 200 meter ten oosten van de voormalige spoorlijn Boezinge-Langemark, op 1300 meter ten oosten van het kanaal Ieper-IJzer, op 1600 meter ten noordoosten van de dorpskern van Boezinge, in een vlakke, landelijke omgeving.
Het betreft in oorsprong een Duitse betonnen militaire constructie uit de Eerste Wereldoorlog opgetrokken door een eenheid van het Duitse Marinekorps onder leiding van een zekere ingenieur Ziegler. De constructie is bedoeld als seinstation, van waaruit lichtsignalen naar de achterhoede gestuurd kunnen worden. Lichtsignalen vormen tijdens de Eerste Wereldoorlog namelijk een belangrijk communicatiemiddel aan het front. Hiertoe dient de dakkapel aan oostelijke zijde. De reden waarom de constructie zo groot is, is niet duidelijk.
Naar verluidt omwille van zijn vorm wordt de bunker ook als Viking Ship omschreven. Het bewapeningsstaal nodig voor de bouw van deze constructie zou afkomstig zijn van bouwwerken in België.
De constructie is in de periode 1915-1917 opgetrokken in een klein bosje, dat op militaire kaarten aangeduid wordt met Bataillons Wald, Wood 16 of Bois 16. Dit bosje komt na de Tweede Slag bij Ieper achter de tweede lijn van de eerste Duitse verdedigingslinie te liggen. De Duitse eerste lijn is aangelegd op de oostelijke oever van het kanaal Ieper-IJzer, de tweede lijn loopt hier min of meer parallel mee, op ongeveer 1300 meter ten oosten van de eerste lijn, iets ten westen van Bois 16 .
Rondom rond het bosje wordt een smalspoor aangelegd, terwijl het bosje doorkruist wordt door een boyau (verbindingsgang). Geleidelijk aan verschijnen meer structuren op en rond het bosje, waaronder batterijen, barakken en betonnen constructies, prikkeldraadversperringen, enz. aldus opeenvolgende Belgische militaire stafkaarten.
De Ziegler-bunker wordt aan het begin van de Derde Slag bij Ieper, meer bepaald op 31 juli 1917 (tijdens de zogenaamde Slag bij Pilkem), kort na 3u50 (= zero hour) door Franse troepen veroverd. Vervolgens wordt de constructie bezet door de Guards Division, die hun geniemanschappen de bunker laten ‘keren’ door openingen te maken in de voormalige frontzijde. De westelijke zijde vormt namelijk tijdens de Duitse bezetting de (gesloten) frontzijde, de oostelijke zijde met dakkapel de ‘veilige’ en met toegangen voorziene achterzijde. Door de verovering van de constructie is de voormalige frontzijde nu achterzijde geworden en omgekeerd.
Het ‘keren’ van de bunker blijkt evenwel geen gemakkelijke klus door de dikte van de betonnen muren aan de oorspronkelijke frontzijde, nu achtermuur geworden: zelfs de oxy acetyleensnijder van de 235th Company Royal Engineers blijkt geen soelaas te brengen. De 554th (Dundee) Royal Engineers Company slagen er uiteindelijk wel in, door eerst gaten van een diameter van ongeveer 5 à 8cm tot ongeveer 40cm diep te boren in de betonnen achterzijde, die vervolgens opgevuld worden met ammonal (springstof) die tot ontploffing wordt gebracht, waardoor er uiteindelijk openingen gecreëerd worden die kunnen dienen als deur- en vensteropening.
Vrijstaande, bovengrondse betonnen militaire constructie, langwerpig van vorm (afmetingen bij benadering zijn L. 20,7 x Br. 5,8m), met gebogen uiteinden. Het dak is gegoten op gebogen gegolfd plaatijzer en bijgevolg ook gebogen. De constructie is bijna noord-zuid georiënteerd.
De betonnen muren – gegoten in betonlagen van 15cm – zouden tussen de 120 en 150cm dik zijn. Deze betonnen muren zijn versterkt met ijzers van verschillende dikte (tot 4cm dikte) en aan buitenzijde gegoten tegen een houten bekisting.
Aan de oostelijke zijde van het dak zit een opening in de vorm van een dakkapel, met wanden die naar buiten toe verbreden (aan de buitenzijde meet deze opening H. 130 x Br. 150cm). Aan de oostelijke zijde zit eveneens nog een deuropening en een vensteropening, in het noordelijk gebogen uiteinde zit een tweede deuropening. De wanden van deze muuropeningen zijn schuin uitgewerkt.
De westelijke zijde van de constructie lijkt meer gehavend. Aan deze zijde is achteraf een deur- en vensteropening bijgemaakt, met onregelmatige vorm. De ijzeren wapening van het beton is aan deze zijde op vele plekken zichtbaar.
Het gegolfd plaatijzer in de constructie is grotendeels verdwenen, maar de indrukken ervan zijn nog duidelijk in het beton te zien. Binnenin bestaat de constructie uit één lange ruimte. De vrije hoogte binnenin bedraagt ongeveer 210cm.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33011/104.1, Duits seinstation "Ziegler", Slaaktestraat (DECOODT H., 2013)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2013: Duits seinstation Ziegler [online], https://id.erfgoed.net/teksten/370164 (geraadpleegd op ).
Locatiebeschrijving
Bovengrondse betonnen constructie gelegen in weide naast Slaaktestraat nummer 7, in landelijk en vlak gebied. De constructie ligt op circa 1600 meter ten noorden van Boezinge, op circa 1400 meter ten oosten van het Kanaal Ieper-IJzer en op circa 650 meter ten oosten van de betonnen constructie bij Hof ter Linden.
Historische Achtergrond
Deze constructie werd door het Duitse "Marinekorps" geconstrueerd, onder leiding van de ingenieur Ziegler in een bosje dat bij de Britten bekend stond als "Wood 16". Door zijn vorm wordt het wel eens het "Viking Ship" genoemd. Het gaat om een station van waaruit lichtsignalen gegeven werden naar de eenheden die meer noordoostwaarts gelegen waren. Voor de constructie werd onder meer gebruik gemaakt van staal uit opgevorderde Belgische werkplaatsen.
"Wood 16" en de Zieglerbunker werden in juli 1917 door de Fransen veroverd (Slag om Pilckem Ridge). De "554 (Dundee) Royal Engineers Company" liet aan de voormalige frontzijde van de bunker (de zuidwestkant), in de dikste muur (die nu de veilige kant geworden was) een opening in deze muur slaan via dynamiet. Zodoende kon de "Guards Division" op een "veilige" manier gebruik maken van deze bijzonder stevige en grote constructie.
Kenmerken
Bovengrondse langwerpige betonnen constructie van circa 20 meter lang en 6 meter breed met spitsboogvormige zijkanten. Het dak is eveneens gebogen en afgerond. Het beton van de zijmuren is gegoten tegen een houten bekisting. Er zijn ronde wapeningsijzers zichtbaar in verschillende diktes.
Centraal aan de noordoostkant steekt een opening als een dakkapel uit, met wanden die naar buiten toe verbreden. Aan de buitenkant is dit gat circa 130 centimeter hoog en 150 centimeter breed. Aan deze noordoostkant is eveneens nog een schuine deuropening van circa 155 centimeter hoog, 155 centimeter breed, 190 centimeter diep en een vensteropening van 150 centimeter breed en 130 centimeter diep. In de noordelijke zijkant steekt nog een deuropening, die tussen de 80 en 100 centimeter breed is.
Aan de zuidwestkant is een deel van de muur beschadigd door inslagen. Hier is een deuropening gemaakt van 180 centimeter hoog en 90 centimeter breed. Binnenin is te zien hoe het dak gegoten wordt tegen golfplaten, met een fijne, diepe golving. De golfplaten zelf lijken niet meer aanwezig te zijn. Vermoedelijk bestaat de constructie uit 1 lange ruimte.
Bron: WOI Relict (723): Duits-Britse bunker (Ziegler) (Boezinge - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2004: Duits seinstation Ziegler [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136303 (geraadpleegd op ).