Vrijstaande, halfondergrondse betonnen militaire constructie in weide, vlak tegen de Keiweg. De constructie ligt net ten noorden van de hoeve op adres Keiweg 4, op ongeveer één kilometer ten zuidoosten van het dorpscentrum van Oostvleteren gelegen.
Belgische betonnen mitrailleurpost uit de Eerste Wereldoorlog, opgetrokken bij een hoeve die op militaire stafkaarten uit de oorlog staat aangeduid met Ferme Ainé Feryn.
Na de Slag aan de IJzer in het najaar van 1914 komt Oostvleteren op relatief veilige afstand van het front te liggen. In en rond het dorp kantonneren heel wat (voornamelijk) Franse en Belgische troepen in bestaande gebouwen of in nieuw opgetrokken barakken. Oostvleteren is vlot bereikbaar dankzij de buurtspoorweg die langs de baan Ieper-Veurne loopt en ter hoogte van Oostvleteren aftakt richting Westvleteren enerzijds en richting Reninge (richting front) anderzijds.
Een blik op de beschikbare militaire stafkaarten leert dat er tussen 1 november 1916 en juli 1917 stellingen worden opgetrokken ter hoogte van Oostvleteren. Deze stellingen maken op hun beurt deel uit van de verdedigingspositie (die steeds verder uitgebouwd en verfijnd wordt en) die uiteindelijk iets noordwaarts via geïnundeerd gebied aansluiting vindt bij Fintele (verdedigingsstelling van het Lokanaal) en in zuidoostelijke richting verder loopt tot Noordhoek, Woesten en Vuile Seule Cabaret (ten zuidwesten van Elverdinge), waar er aansluiting is met de Britse stelling bij Brandhoek.
Ter hoogte van Oostvleteren is de stelling opgebouwd uit een aaneenschakeling van ouvrages (verdedigingswerken) die met loopgraven en prikkeldraadversperringen met elkaar verbonden zijn. De stelling wordt versterkt met mitrailleurposten, zoals de hier bewaarde mitrailleurpost bij Ferme Ainé Feryn (huidig Keiweg 4). Achter deze stelling worden reservetroepen opgesteld.
Vanaf het dorpscentrum van Oostvleteren lopen de stellingen zuidoostwaarts. Vanaf de hoeve op huidig adres Reningestraat 8, die omgeven wordt door de Tranchée de la Somme, loopt een dubbele prikkeldraadversperring richting de stellingen bij Ferme Ainé Feryn, waar de loopgraaf aangeduid wordt met Tranchée de Mercure. De desbetreffende mitrailleurpost is gesitueerd op de hoek van de stellingen die ten noorden en oosten van de hoeve Ainé Feryn zijn aangelegd. Ten zuiden van de hoeve ligt de Ouvrage Samaritain, ten oosten de Ouvrage Cromwell en Ouvrage d’Appolon. De mitrailleurpost, met een schietbereik in noordoostelijke richting, is ingeplant op een plaats waar de stelling een kleine bocht maakt richting de stellingen rond het dorpscentrum.
Maar deze verdedigingspositie wordt als onvoldoende beoordeeld. In een poging om een eventuele vijandelijke indringing te beperken indien de vijand in de omgeving van Ieper vooruitgang zou boeken, geeft het Groot Hoofdkwartier in juni 1918 de opdracht tot de uitbouw van verschillende nieuwe stellingen en bretelles (schuine stellingen). Zo moet er een bijkomende bretelle aangelegd worden, die naar het zuiden toe aansluiting vindt bij de Britse stellingen ten oosten van Poperinge. Maar ook het stuk ten noorden van de reeds bestaande stelling ter hoogte van Oostvleteren moet versterkt worden door de uitbouw van een bijkomende eerste verdedigingslijn tussen Ferme Ainé Ferryn en Loonput, dus ten oosten van het dorpscentrum van Oostvleteren. Deze nieuwe stelling moet onder meer bestaan uit loopgraven en prikkeldraadversperringen, evenals mitrailleurposten op cruciale punten (cf. bewaarde mitrailleurpost bij Loonput).
Aan de hand van een niet-gedateerde luchtfoto kan met zekerheid gesteld worden dat de mitrailleurpost bij Keiweg 4 ouder is dan de bijkomende stelling (en mitrailleurpost) uit de zomer van 1918. Of de mitrailleurpost reeds is opgetrokken bij de aanleg van de stellingen ter hoogte van Oostvleteren vóór juli 1917 kon niet met zekerheid vastgesteld worden. De mitrailleurpost is vermoedelijk te zien op een gedateerde (maar eerder wazige) luchtfoto van 28/1/1918.
De opbouw van de mitrailleurpost gaat duidelijk terug op een standaardontwerp, dat ook elders aan het front, zowel vroeg als op het einde van de oorlog, opgetrokken is. Typische elementen zijn de min of meer vierkante plattegrond en de schietopening die trapsgewijs, van binnen naar buiten toe verbreedt. Onder de schietopening is een uitsparing met schuine wand voorzien voor het plaatsen van een driepoot van een mitrailleur. In vergelijking met de gelijkaardige mitrailleurpost in Oudekapelle uit november 1915 zijn er nu wel granaatgaten voorzien bij de mitrailleurposten in Vleteren (die dus van latere datum zijn).
Vrijstaande, halfondergrondse betonnen militaire constructie met nagenoeg rechthoekig grondplan (340 x 305cm). De constructie lijkt volledig te bestaan uit beton die in een houten bekisting is gegoten. Het beton is samengesteld uit grove kiezels. Hier en daar zijn ronde wapeningsijzers zichtbaar.
Het dak is vlak en bevat centraal een opening. Aan noordwestelijke zijde is de dakrand wat beschadigd.
Aan noordwestelijke zijde steekt een lage deuropening van ca. H. 62 x Br. 60 x D. 62cm. Opvallend zijn de uitsparingen in de muur aan weerszijden van de deuropeningen, in de vorm van een omgekeerde L. In de noordoostelijke muur (dikte 80cm) zit een schietopening die trapsgewijs verbreedt van ca. 30cm aan de binnenzijde tot 95cm breedte aan de buitenzijde. Onder de schietopening zit aan de binnenzijde een uitsparing met schuine wand (voor het plaatsen van de driepoot van de mitrailleur). Tussen deze uitsparing en het schietgat steken op een regelmatige afstand korte ijzers uit de muur. Boven de schietopening is een smalle horizontale ijzeren balk bevestigd.
In de zuidoostelijke, zuidwestelijke en noordwestelijke muur steekt telkens een granaatgat, zijnde een naar beneden lopende vierkante opening, bekleed met houten beplanking (grotendeels bewaard), die binnenin tegen het plafond start en aan de buitenkant vrij laag bij de grond uitkomt.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33041/102.1, Belgische mitrailleurspost (WO I), Keiweg 4 (DECOODT H., 2012)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2012: Belgische mitrailleurpost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/370439 (geraadpleegd op ).
Locatiebeschrijving
Vrijstaande, bovengrondse betonconstructie in weide ten noorden van boerderij Keiweg nummer 4, op circa 1 kilometer ten zuidoosten van het centrum van Oostvleteren. De omgeving is vlak en landelijk.
Historische Achtergrond
Het gaat om een mitrailleurspost met granaatgaten, van geallieerde makelij. Oostvleteren was circa 10 kilometer westwaarts van het front gelegen. Het dorp maakte deel uit van de 3de verdedigingslinie, die noordwest-zuidoostwaarts liep: komende van het Lo-kanaal richting Woesten. Deze linie passeerde eveneens nabij hoeve "Feryn Ainé Farm", zoals de boerderij op Britse stafkaarten staat aangeduid.
Kenmerken
Vrijstaande, bovengrondse betonnen constructie met rechthoekig grondplan van circa 340 op 305 centimeter. Het beton is samengesteld met vrij grove kiezels en gegoten tegen een houten bekisting. Er zijn in het dak ronde wapeningsijzers zichtbaar. Het dak is vlak en aan de zuidwestkant deels beschadigd. Centraal in het dak steekt een vierkant gat, waarin nog houten planken steken.
Aan de noordwestkant is een deuropening van circa 62 centimeter hoog, 60 centimeter breed en 62 centimeter diep. Aan de noordoostkant steekt een schietopening, die naar buiten toe trapsgewijs verbreedt: van circa 30 centimeter tot 95 centimeter breedte. De noordoostelijke muur is 80 centimeter dik. Aan de zuidoost-, zuidwest- en noordwestkant zit telkens een naar beneden lopende vierkante opening (meestal nog bekleed met houten planken): aan de binnenkant hoog tegen het plafond, aan de buitenkant vrij laag tegen de grond (vermoedelijk granaatopeningen).
Binnenin is het beton van zowel de muren als van het plafond gegoten tegen een houten bekisting. De wapeningsijzers zijn hier en daar zichtbaar. Nabij de deuropening is een verticale gleuf (vermoedelijk voor een kachel). Onder de schietopening is een driehoekige nis uitgespaard, met een afgeschuinde wand bovenaan (vermoedelijk voor de driepikkel van een mitrailleur). Tussen de nis en schietopening steken korte ijzers uit de muur. Boven de schietopening is een ijzeren balk bewaard.
Bron: WOI Relict (1064): Mitrailleurspost Keiweg 4 (Oostvleteren - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2004: Belgische mitrailleurpost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136366 (geraadpleegd op ).